“Deze keer gaat het echt anders zijn”, kondigt twintiger Aäron Loupatty aan in zijn podcast op BNR Nieuwsradio afgelopen december. Hij is al jaren morbide obees en wil nu echt wat aan zijn leefstijl doen. Hij onderzoekt waarom het zo moeilijk is om je leefstijl aan te passen en houdt een podcast bij over zijn vorderingen. Zoals Aäron zijn er velen: mensen die worstelen met hun gewicht en gezonder willen leven, maar bij wie het niet lukt. Kan de leefstijlcoach hen helpen?
Allemaal werden we met onze neus op onze leefstijl gedrukt door het coronavirus: wie gezond leeft, heeft namelijk een grotere kans op een goede afloop van de ziekte, zo melden medici ons. Ook voor de inmiddels tweeëntwintigjarige journalist Aäron was corona een wake-up call: “Driekwart van de mensen die op de intensive care lag, had overgewicht. En aangezien ik zelf morbide obees was, was ik bang dat als ik corona zou krijgen, dat voor mij ook best wel risicovol zou zijn.”
Waarom verloopt corona ernstiger bij mensen met overgewicht? Hoe komt dat? We vragen het aan Liesbeth van Rossum, obesitashoogleraar en internist aan het Erasmus MC: ”Overgewicht, en dan met name te veel buikvet, gaat vaak gepaard met allerlei ziekten: diabetes, hart- en vaatziekten, maar ook nierziekte en longaandoeningen. Ook hebben mensen vaker trombose.” Daarnaast is vet zelf ook een soort opslag voor het virus, legt Van Rossum uit. “Het lijkt een reservoir waar virussen zich in kunnen opstapelen.”
Veel vet maakt ook jonge mensen kwetsbaar
Maar het belangrijkste, zo vertelt Van Rossum, is dat ook het immuunsysteem verstoord is bij obesitas. “Als je te veel buikvet hebt, dan raakt dat eigenlijk chronisch ontstoken. Het lichaam reageert daarop, dus je immuunsysteem wordt heel actief. Chronisch actief. Dus komt er een virus langs? Dan kan het immuunsysteem niet meer zo goed reageren omdat het al maximaal aanstaat.”
En dat maakt mensen kwetsbaar? “Ja, zo'n virus krijgt veel eerder de kans om flink om zich heen te grijpen. Dus dan kan je ernstiger ziek worden. Dat kenden we ook al van andere virussen, zoals het griepvirus.” Heeft Van Rossum ook jonge mensen, zoals Aäron, gezien in het ziekenhuis, bij wie corona ernstig verliep? ”Kijk, bij oudere mensen heb je vaak meerdere ziekten. Maar ook bij jonge mensen die als enige aandoening obesitas hebben en nog geen bijkomende ziekten, zien we dat die soms al veel ernstiger ziek worden en zelfs overlijden.”
We hebben een chronische pandemie van ongezond leven en een acute virale pandemie. Die twee botsen.
‘Obesitas is een chronische pandemie’
Naast hoogleraar is Van Rossum voorzitter van het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON), een koepel van medische en gezondheidsorganisaties die ons overgewicht willen aanpakken. Onderdeel van die aanpak is de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Een twee jaar durend traject onder begeleiding van een leefstijlcoach dat sinds 2019 in de basisverzekering zit. Deelnemers leren in groepsverband gezonder te leven door te letten op voeding, beweging, slaap en stress. De leefstijlcoach moet maar liefst 3,5 miljoen Nederlanders naar een betere leefstijl helpen. Van Rossum vindt het heel belangrijk dat we aan onze leefstijl werken, juist in deze coronatijd: “We hebben eigenlijk een chronische pandemie. Dat we met z'n allen ongezond leven en dat er overgewicht is. Daarbij komt een acute virale pandemie. En die twee die botsen.” Ze pleit ervoor dat de overheid meer inzet op een gezonde leefstijl: “Al binnen een paar weken kun je je immuunsysteem versterken door gezonder te gaan leven, laat ons onderzoek zien.”
2040: 62 procent te zwaar
Als we een gezondere voedselomgeving hadden gehad en meer aan preventie hadden gedaan, had de pandemie een minder ernstig beloop gehad, meent Van Rossum. We hadden onszelf dus beter kunnen beschermen tegen corona. Maar dat doen we niet; het aantal Nederlanders met overgewicht blijft zelfs maar stijgen en de verwachting is dat in 2040 maar liefst 62 procent van de bevolking overgewicht heeft.
Daarom heeft de overheid de weg naar de gratis leefstijlcoach in 2019 dus vrijgemaakt voor miljoenen Nederlanders. Maar volgens het RIVM maakten tot september vorig jaar nog geen 9000 mensen gebruik van deze steun bij het afvallen en bewegen. Waarom stappen we niet massaal naar die leefstijlcoach?
Van leefstijlcoach naar rollator
We pakken ons eerdere onderzoek er even bij. In 2019 maakten we namelijk al een uitzending over de nieuwe leefstijlcoach die ons allemaal zou laten afvallen. We gingen langs bij Wim van de stichting Je Leefstijl als Medicijn, die zelf 40 kilo afviel en nu zweert bij zijn nieuwe leefstijl. En we ging langs bij Lissy die met behulp van een maagoperatie 50 kilo afviel en anders is gaan leven. Ook gingen we langs bij een groep die al gestart was met een GLI bij leefstijlcoach Sanne.
Een van de deelnemers was Ton Moret, een Brabander die houdt van bourgondisch eten en werkte in de nachtdienst, waar de frikandellen voor het oprapen lagen. Uiteindelijk meldde hij zich met vermoeidheidsklachten bij de huisarts. Diagnose: diabetes. Advies: ga aan je leefstijl werken.
We bellen Ton twee jaar later op: hoe is het nu met hem? “Het kan beter”, meldt Ton. Hij baalt ervan dat hij niet meer kan sporten nu de sportscholen dicht zijn. Heeft de leefstijlcoach hem wel geholpen? Had hij er wat aan? “Ik was vier kilo kwijtgeraakt door het sporten. We gingen wel drie keer in de week met de hele groep. Daarna even koffiedrinken. Dat werkte goed. Ik voelde me veel beter, minder moe en mijn suiker was beter.” Maar door de coronamaatregelen kan hij nu niet met de groep sporten: “En nu zijn er weer twee kilo bijgekomen. Ik hoor het ook bij de rest van de groep in de whatsapp. Mensen zijn toch wel weer een paar kilootjes aangekomen in de coronatijd.” Ton en zijn vrienden zijn niet de enigen, Nederland is in totaal 5 miljoen coronakilo’s aangekomen, berekende de Volkskrant. “Je moet je eetlust weten te bedwingen”, meent Ton. Maar juist nu is dat erg lastig: “Je kan niet veel doen hè? En als je niet sport, dan word je lustelozer en dan val je in je oude eetpatroon terug.”
Terwijl hij met zijn 69 jaar en overgewicht juist wel tot de risicogroep behoort. Ton: “Zonder meer. Ik mag in mijn handen knijpen dat ik nog geen corona heb gehad. Als ik om me heen kijk wat voor klachten mensen eraan overhouden, dat is niet normaal. Er is er een bij ons in de groep. Die was heel actief met sporten, maar die heeft corona gehad en nou loopt hij met een rollator.”
Trainen met bakstenen
Ton heeft dus absoluut baat gehad bij zijn traject bij de leefstijlcoach. Hij is blij dat zijn huisarts hem erop attent maakte. Maar dat gebeurt niet altijd, horen we van een andere enthousiaste GLI-deelnemer, Margot Lammers. Zij liet haar bloedwaardes onderzoeken omdat ze vaak moe was, depressieve gevoelens had en klachten als tintelende armen en zere voeten. Haar waardes waren net binnen de normen en dus geen reden tot ongerustheid, kreeg ze te horen. Maar ze was wél veel te zwaar.
“Dat vond ik wel jammer”, zegt Margot als we bij haar op bezoek zijn in het Overijsselse Welsum. “Ik had net op dat moment dat steuntje in de rug wel nodig. Juist vóórdat ik over die maximale waardes heenging.” Bij toeval vond ze later een sportcentrum waar de GLI werd aangeboden en zo ging ze van start. “Ik moest wel eerst over wat schaamte heen. Ik dacht: ze zullen wel denken ‘daar heb je weer zo’n dikkerd’. Maar uiteindelijk voelde het als een warm bad.” Na een keer of vier sporten, kreeg Margot in de gaten dat ze dingen beter kon, dat er vooruitgang in zat. Dat werkte motiverend. “En daarnaast paste ik natuurlijk mijn voeding aan samen met de diëtiste uit het team dat me begeleidde. Daarna vlogen de kilo’s eraf.”
Toen corona kwam en de sportschool dicht ging, zei haar beweegcoach: we gaan gewoon door, wat kunnen we wel doen? Margot: “Dus ik pakte bakstenen in plaats van gewichten. En ik vulde een emmer met boeken tot een gewicht van 7 kilo. Zo kon ik toch verder.” Na een jaar had Margot er 35 kilo af, en nu ze in het tweede jaar van haar GLI zit, is het doel: geen terugval krijgen. “Maar dat krijg ik niet, daar ben ik van overtuigd. Ik begrijp mijn lichaam gewoon beter.” Ze was graag eerder op haar leefstijl gewezen door haar huisarts: “Dat is toch wel een heel belangrijk persoon om dit onderwerp aan te kaarten.” Ze twijfelt even: “Maar misschien was ik dan ook wel naar huis gereden met de gedachte: waar bemoeit hij zich mee?”
Huisartsen hebben tijd nodig
Hoe zit dat met die huisartsen? Dat doorverwijzen lijkt nog niet helemaal soepel te verlopen als er vorig jaar pas 9000 deelnemers meededen aan een GLI. De verwachting was dat jaarlijks 1 procent van de doelgroep (35.000 mensen) zou instromen. Nog niet alle facturen zijn weliswaar ingediend, meldt het RIVM, maar bij de verwachte 70.000 deelnemers, komt het na twee jaar niet in de buurt.
We bellen maar eens met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV): verwijzen ze eigenlijk wel door? Bestuurslid Hilly ter Veer is groot voorstander van preventie, zo meldt ze, maar: “Het is belangrijk om een goede selectie te maken, want niet iedereen met overgewicht komt per se in aanmerking voor de GLI.” Is dat de reden waarom er zo weinig mensen uiteindelijk bij de leefstijlcoach terecht komen? “Nou, waar het ons aan ontbreekt, is de tijd om dit goed te kunnen doen. Iemand verdient echt tijd om goed achter de oorzaak van het gewichtsprobleem te komen en dan ook de goede hulp te krijgen. Dat is soms iets anders dan de GLI.”
We zouden het veel beter kunnen doen als wij meer tijd hadden voor de patiënt.
Lawaaierige buurman kan ook voor extra kilo’s zorgen
Zoals? “Bijvoorbeeld als je al een jaar lang ‘s nachts wakker wordt gehouden door je lawaaierige buurman en nogal wat kilo's bent aangekomen van het slaapgebrek (een tekort aan slaap kan leiden tot overgewicht omdat je hormonen uit balans raken, red.). Dan ben je gebaat bij een oplossing met de buurman, niet bij een leefstijlcoach”, legt Ter Veer uit. “Of als je schildklier te langzaam werkt, dan heb je medicijnen nodig. Geen tweejarig traject met de leefstijlcoach.”
Maar een groot gedeelte van de mensen met overgewicht zal toch wel gebaat zijn bij een GLI? Het zijn er immers 3,5 miljoen? Ter Veer: “Dan zijn er nog steeds een paar dingen waar we als huisarts heel goed naar moeten kijken voordat we doorverwijzen. Bijvoorbeeld naar de motivatie van die patiënt.” Ter Veer meent dat niet iedereen direct gemotiveerd is voor een traject van twee jaar. “Dat vraagt echt nogal wat van iemand, dus dat moeten we wel goed voorbespreken: Realiseert diegene zich dat hij of zij twee jaar lang begeleiding krijgt om een verandering te maken voor de rest van het leven? En dan er zit nog een hele categorie van patiënten bij met beperkte gezondheidsvaardigheden.”
Die laatste groep heeft moeite met het vinden, begrijpen en toepassen van informatie over gezondheid en heeft volgens Ter Veer wat meer begeleiding nodig om bijvoorbeeld goed de afspraken te kunnen volgen. Zijn de huisartsen dus te druk om die gesprekken en selectie allemaal goed te kunnen doen? “We zouden het veel beter kunnen doen als wij meer tijd hadden voor de patiënt.”
Leefstijlarts: “Het kan financieel niet uit”
Goed. De huisartsen zeggen dus meer tijd nodig te hebben. Dat zou een van de redenen zijn waarom het leefstijlcoachtraject nog niet goed van de grond komt. En misschien hebben ze een punt. We spreken namelijk ook een leefstijlarts en een leefstijldiëtiste die ons vertellen dat er behoorlijk wat mensen uitvallen tijdens het traject. En dat kan financiële problemen opleveren. We mogen een GLI-bijeenkomst bijwonen van huisarts Melanie Meijer. Samen met een leefstijlcoach, een diëtist en fysiotherapeut begeleidt ze mensen met overgewicht. “Als je start met een groep van 12 en er vallen na drie maanden twee mensen uit, dan kun je die plekken niet opnieuw opvullen. En je kunt ze ook niet meer declareren. Terwijl de kosten van de zaalhuur en dergelijke gewoon doorgaan.” Ze merken dat het traject veel meer tijdsinvestering van hun kant vraagt dan er voor staat. Het tarief dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bepaald heeft voor de GLI is ongeveer 800 euro per deelnemer. En dat is te krap volgens Meijer. “We hebben eigenlijk anderhalf keer zoveel nodig. Nu kan het niet uit.”
Ze kunnen nog wel een beetje besparen als ze strenger gaan selecteren aan de poort en meer ervaring opdoen, waardoor ze minder hoeven voor te bereiden. “Maar als mensen bellen voor informatie of mailen dat ze in een andere groep willen, dan kunnen we niet niet antwoorden. En dat is allemaal extra tijd die erin gaat zitten.” Hun eigen tijd. Hoe houden ze dat vol? “Je vaart op het kwart van de deelnemers dat het onwijs goed oppakt. Bij wie dankzij ons het kwartje is gevallen.” Maar verdienen doen ze er niet aan? Meijer: “Nee, we leggen er nu op toe.”
Witte vlekken
We vragen toezichthouder NZa hoe dat zit. Is het tarief te laag? “Wij vinden van niet”, laat woordvoerder Erik Bloem weten. “Er is een maximumtarief en er bestaat de mogelijkheid om een vergoeding af te spreken die 10 procent hoger ligt dan dat maximumtarief (‘max-max’) als hiervoor een overeenkomst tussen een zorgverzekeraar en zorgverlener ligt. We zien in de praktijk dat de overeengekomen vergoedingen op of onder het maximumtarief liggen, zonder de 10 procent verhoging.”
De NZa erkent wel dat de GLI niet vlot van de grond komt. “In 2019 moest het hele spel van aanbod en vraag nog op gang komen”, laat Bloem weten. ”Programma’s moesten bedacht worden, zorgaanbieders moesten er komen en worden opgeleid, (potentiële) patiënten en verwijzers moesten bekend worden met dit zorgaanbod en zorgverzekeraars moesten contracteren en informeren.” En: “Corona heeft waarschijnlijk ook een effect gehad.” Maar er zijn nu nog steeds witte vlekken in het land, gemeenten waar geen leefstijlcoach te vinden is? Bloem: “Het gaat niet hard.”
En daarom houdt de NZa de vinger aan de pols en laat huisartsen, leefstijlcoaches en zorgverzekeraars weten wat ze van ze verwacht. Bloem: “Een belangrijke focus in ons toezicht is de informatieverstrekking en de zorgplicht van zorgverzekeraars.”
Want dat loopt ook niet lekker? “De zorgverzekeraars moeten stappen zetten en zijn hiermee bezig.” De NZa verwacht dat de zorgverzekeraars proberen om met zoveel mogelijk zorggroepen en zorgverleners afspraken te maken over de GLI. Bloem: “Idealiter moet een verzekerde bij een leefstijlcoach terecht kunnen in de eigen gemeente.” Ook moeten de zorgverzekeraars zorgen dat de contracten soepel gesloten kunnen worden. En ze moeten aan hun verzekerden duidelijke info geven over de GLI.
Ongezonde verzekerden zijn duurder
Logisch toch? Waarom zouden ze dat niet doen? De verzekeraars hebben er toch baat bij als hun verzekerden gezonder worden? Dan maken ze immers minder kosten. We vragen het gezondheidseconoom Bram Wouterse. Hij werkt bij de Erasmus Universiteit en onderzoekt de relatie tussen gezondheid en zorgkosten. “Kijk, de zorgverzekeraar heeft eigenlijk niet zo'n prikkel om dat te doen.” Wouterse legt uit dat we in Nederland een systeem hebben waarbij gezonde verzekerden evenveel premie betalen als ongezonde verzekerden, terwijl ongezonde verzekerden natuurlijk wel meer kosten. Wouterse: “Als verzekerden ongezonder zijn, dan krijgt de verzekeraar daar een vergoeding voor uit een fonds. Maar die vergoeding is niet perfect. En met name voor de groep van mensen die echt veel problemen hebben. Daar lijdt de verzekeraar verlies op.”
We checken bij het Zorginstituut, de beheerder van het zorgverzekeringsfonds, hoe dat zit. Zij geven aan dat uit onderzoek in 2018 inderdaad bleek dat er sprake was van een voorspelbaar negatief resultaat van 84 euro per chronisch zieke verzekerde en een voorspelbaar positief resultaat van 91 euro bij een niet chronisch zieke verzekerde.
Flashy gezondheidsapps
We zien dus geen massacampagnes om de leefstijlcoach te promoten, maar we zien wel bepaalde filmpjes en apps van zorgverzekeraars waarmee ze stimuleren gezonder te leven. Hoe denkt Wouterse daarover? ”Alle zorgverzekeraars doen wel iets op dat gebied. Het is allemaal heel flashy en heel leuk, maar natuurlijk allemaal een beetje tierelantijntjes.” Zorgverzekeraars verkopen immers allemaal hetzelfde product: basiszorg, meent Wouterse, dus ze moeten iets verzinnen om hun product in de markt te zetten. “Een gezonde leefstijl is daar een van. En de mensen die dat doen, dat is ook een aantrekkelijke populatie; die zijn al met een gezonde leefstijl bezig, dat zijn vaak niet de ongezondste mensen. Dus dat kan ook nog een rol spelen.”
En het eigen klantenbestand gezonder maken? Dat zal toch wel interessant zijn voor een verzekeraar? Wouterse: “Kijk, de zorgverzekeraar heeft er eigenlijk vooral baat bij om voor zijn premiebetalers goedkoop zorg in te kopen, maar om zijn cliënten gezonder te maken minder.” Hoe zit dat? “Nou, je denkt: als je gezond leeft, dan leidt dat meteen tot kostenbesparingen, maar per saldo is dat vaak niet zo.”
Bij preventie, licht hij toe, zit het zo dat de verzekeraar nu veel moeite moet doen om Jantje een gezondere leefstijl te laten leiden: “En dan hoop je dat Jantje misschien over 10 of 15 jaar geen enge ziekte krijgt. Maar voor zo'n zorgverzekeraar is dat natuurlijk heel lang. Zo'n zorgverzekeraar wil weten: wat is de premielast voor het komende jaar? Over 10 of 15 jaar zit Jantje misschien wel bij de concurrent.”
Dit zou kunnen verklaren waarom individuele zorgverzekeraars er niet zo happig op zijn om flink de boer op te gaan met de leefstijlcoach. Terwijl Aäron, Margot en Ton zich wél vele malen beter voelen sinds ze met hun leefstijl aan de slag zijn. We vragen het de vier grootste zorgverzekeraars: willen zij hun klanten gezonder maken?
Reclame voor de leefstijlcoach?
Jazeker, meldt de woordvoerder van Zilveren Kruis, met bijna 5 miljoen klanten de grootste verzekeraar: “Wij ondersteunen klanten graag als zij aan hun gezondheid willen werken.” En is er ook een financiële prikkel om klanten gezonder te maken? “De prikkel is er voor iedereen; tenslotte betalen we met elkaar de zorgkosten.” Tja, dat is lekker algemeen. Door naar de nummer 2: VGZ. Welke rol speelt preventie voor hen? “Het speelt een steeds grotere rol, zeker ook vanwege wat je ziet gebeuren met corona. Maar het is eigenlijk al jaren een belangrijk onderdeel”, meldt de woordvoerder. Maken ze dan ook reclame voor de leefstijlcoach? “Voor de leefstijlcoach an sich niet. Daar maken we geen reclame voor. Dat brengen we op een andere manier onder de aandacht, door gesprekken aan te gaan met de zorggroepen (huisartsen, red.) bijvoorbeeld en afspraken te maken met gemeenten.”
Op naar de derde zorgverzekeraar qua marktaandeel: CZ. Zij startten in 2014 al met een pilot voor een leefstijlinterventie. Hoe gaat het met de GLI? “Als je kijkt naar hoeveel mensen in Nederland een flink overgewicht hebben of zelfs obees zijn, dan lijken de 3500 mensen die er bij ons aan meedoen wel weinig”, meldt de CZ-woordvoerder. Moeten ze er dan niet meer bekendheid aangeven? “Nou ja, we hebben het wel op onze site staan. Maar wat je niet mag als zorgverzekeraar is mensen op bepaalde aandoeningen aanschrijven. Dus alleen in z'n algemeenheid kunnen we er iets over zeggen.” Financieel gezien zijn het ook niet de aantrekkelijkste mensen voor de zorgverzekeraar? “Dat klopt. Maar kijk, wij hebben geen winstoogmerk.” Dus wat bijleggen voor die mensen is geen probleem? “CZ heeft best veel mensen in gebieden die wat meer zorgkosten hebben. Daar is wel een risicoverevening voor (het systeem waarbij verzekeraars vergoed worden voor chronisch zieken, red.) Maar ja, dat werkt niet altijd goed. Dus onze oproep is: zorg dat die risicoverevening goed is, dat het voor zorgverzekeraars aantrekkelijk is om mensen die wat mankeren bij je te hebben, zodat je het onderscheid kunt maken op goede zorg.”
Door naar de vierde verzekeraar: Menzis. We mogen bellen met de manager Zorg. Hoe gaat het bij Menzis? “Steeds meer verzekerden van ons weten de weg te vinden naar een leefstijlinterventie. Wij hopen dat werken aan je gezondheid steeds belangrijker wordt en daar zetten we vol op in.” Waarom komen landelijk dan nog maar zo weinig mensen bij een leefstijlcoach? “Het is een gezamenlijke uitdaging die we met de huisartsen moeten aangaan. Want je moet wel via de huisarts een indicatie krijgen om zo'n GLI te mogen doen.” Motiveren ze hun eigen klanten? “Wij hebben al meer mensen in de GLI dan dat je aan de hand van ons marktaandeel zou verwachten. Dat zal de aankomende jaren alleen maar meer worden omdat wij hier gewoon echt in geloven.” Ook al gaan jullie kosten omhoog? “Kijk, de vraag is of op lange termijn de kosten omhoog gaan.”
Een van de succesfactoren van de GLI is de groepsgewijze aanpak, wat door de coronamaatregelen natuurlijk werd bemoeilijkt.
Prikkels voor preventie
De zorgverzekeraars zeggen dus dat ze het belangrijk vinden dat hun verzekerden de leefstijlcoach kunnen vinden. Ze zeggen ook dat het aantal deelnemers volgens hun prognoses aanzienlijk hoger zal uitvallen voor 2020 dan de 9000 die tot september 2020 geteld zijn door het RIVM, maar het komt nog steeds niet in de buurt van de verwachtingen.
Op naar de staatssecretaris dan maar. In een discussienota over de Zorg voor de Toekomst, benadrukte het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nog maar eens dat een vijfde van de ziektelast gerelateerd is aan ongezond gedrag en een ongezonde leefstijl, en dus vermijdbaar. “Er zijn te weinig prikkels voor zorgaanbieders en zorgfinanciers om te investeren in preventie”, lezen we in de nota. “Omdat de opbrengsten van preventie niet altijd direct zichtbaar zijn, de investerende partij onvoldoende profiteert van de baten en omdat er vaak veel tijd tussen de investering en het rendement zit. Dit maakt het investeren in preventie kwetsbaar.”
Dus, in gewone-mensentaal: je ziet niet meteen wat het je oplevert als je in Jantjes gezondheid investeert, het geld komt niet per se bij jou terecht als je er geld in stopt en het duurt lang voordat het wat oplevert. Hoe zit dat dan concreet met de GLI? Is het ontbreken van een financiële prikkel de reden dat het niet van de grond komt? Voor een interview heeft demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis geen tijd, maar hij schrijft ons dat hij inderdaad nog niet in buurt zit van het aantal deelnemers dat hij wil bereiken. “Daar blijf ik me voor inzetten.”
Knelpunten ziet hij bij de huisartsen en de facturatie, maar ook bij de coronacrisis: “Een van de succesfactoren van de GLI is de groepsgewijze aanpak, wat door de coronamaatregelen natuurlijk werd bemoeilijkt.” Hij herkent het beeld dat zorgverzekeraars niet hard lopen voor de GLI niet, schrijft hij. “Wel ben ik het eens dat er in ons huidige zorgsysteem enkele prikkels zijn ingebouwd die niet altijd leiden tot de soort zorg die we graag zouden zien.” Hij wil preventie een betere plek geven in ons zorgstelsel. En hij is bezig met een publiekscampagne op de publieke en commerciële zenders. “We willen mensen motiveren en inspireren met aanpassingen die bij hen passen”, zo sluit hij af.
“Ik ben een persoon afgevallen”
Al met al zullen veel mensen het voorlopig nog even op eigen kracht moeten doen, net als Aäron. Sinds het begin van zijn podcastserie is hij maar liefst 55 kilo afgevallen, en niet meer morbide obees. We gaan nog even bij hem langs en hij laat ons een broek zien van vroeger: “Ik kan er helemaal in verdwijnen. Het is echt bizar om te merken dat ik eigenlijk gewoon een klein persoon ben afgevallen.”
Net als Margot wil hij absoluut niet terug naar de tijd voordat hij aan zijn leefstijl begon te werken. “Ik weet hoe ongelukkig ik op dat moment was. Wat voor emotionele issues ik had met mezelf. Ik merk gewoon dat ik nu zo veel energieker, zo veel fitter, maar ook zo veel vrolijker ben. Dat wil ik graag zo houden.”