Britt moest vijf maanden wachten op een intakegesprek voor haar eetstoornis. “Ik voelde mij niet ziek genoeg om hulp te krijgen. Dus toen dacht ik: ‘Als ik het nou erger maak, dan willen ze mij misschien wel helpen’.”
Hoe en wanneer het begon, weet Britt (19) ons in detail te vertellen. Het moet ergens eind 2019 zijn geweest dat haar fixatie voor eten, of vooral niet eten, werd aangewakkerd. In het begin leek het allemaal nog vrij onschuldig. Door het slikken van de pil nam haar gewicht in korte tijd flink toe, en die kilo’s was ze, net als veel andere tieners, liever kwijt dan rijk. Ze begon op haar eten te letten, meer te bewegen en zag in de spiegel al snel resultaat.
Maar nooit was het genoeg. Eten was inmiddels haar vijand geworden, en door de coronacrisis wordt het gevecht van Britt steeds intenser. Ze hoeft niet meer naar school, spreekt weinig af met vriendinnen en raakt volledig in de ban van schimmige websites die anorexia nervosa promoten.
Een kwart appeltje
Moeder Wilma zag haar dochter steeds verder afglijden – en gleed voor haar gevoel zelf langzaam mee. “Britt vroeg steeds vaker: ‘Mama, zal ik vanavond koken?’ Ja fijn, dacht ik toen nog, maar het eten werd steeds magerder. Het smaakte ook niet meer, want ze liet alle boter of kruiden weg.” Britt ging steeds minder eten, meer sporten, nog minder eten, nog meer sporten. “Ik zag gewoon dat ze helemaal aan het trillen was van de honger. En als ik haar dan zover kreeg om iets te eten, dan was het een kwart appeltje of af en toe een rijstwafel. En als dat lukte, dan was ik al blij.”
Wachten
In juni trekken Wilma en Britt voor het eerst aan de bel bij de huisarts. Het is duidelijk dat Britt professionele hulp nodig heeft, en het liefst zo snel mogelijk, maar in haar hoofd is een hevige tweestrijd gaande. ‘Ik wil wel hulp, ik wil geen hulp, ik wil wel hulp, ik wil geen hulp.’ De anorexia wint het vaak van de rationaliteit en in september heeft Britt pas genoeg moed verzameld om haar aanmelding door te zetten. Het probleem: de ggz-instelling waar ze het liefst naartoe wil, heeft een wachtlijst van ongeveer vijf maanden.
Dan barst de bom. “Ik voelde me niet ziek genoeg om hulp te krijgen. Dus toen dacht ik: ‘Als ik het nou erger maak, dan willen ze mij misschien wel helpen’.” Britt gaat nóg minder eten, nóg meer sporten. Soms zet ze ‘s nachts een wekker die haar eraan herinnert dat het tijd is voor buikspieroefeningen en in haar dal eet ze niet meer dan 200 calorieën per dag. Sporten lukt dan niet meer en zelfs douchen kost haar zoveel energie, dat ze daarna alleen nog maar kan liggen. Ook Wilma ziet dat het wachten haar dochter allesbehalve goed doet. “Op een gegeven moment zaten we bij de huisarts, waar ze toen bijna wekelijks heen moest, en prikte ze een bloedsuikerwaarde van 3,3. Dat is zo laag dat ze ervan in coma kon raken. De huisarts zei dat ze op dat moment iets moest eten, maar ze weigerde. Dat was voor mij het moment dat ik dacht: ‘Dit loopt echt uit de hand, dit gaat verkeerd’.”
Machteloos
Zowel Britt als haar moeder staan machteloos en moeten toezien hoe haar eetstoornis het overneemt. Tijdens het wachten op professionele hulp is er – op het wekelijkse bezoek aan de huisarts na – niemand die haar kan helpen en Britt verliest het steeds vaker van de anorexia. Momenten waarop ze beter wil worden zijn schaars en als ze al voorkomen, dan is haar motivatie binnen tien minuten weer vervlogen. “Ik weet wel dat ik een probleem heb, en ik weet ook dat het helemaal niet gezond is wat ik doe. Alleen ben ik zelf niet meer in staat om de keuze te maken om beter te worden. Ik wil nog steeds afvallen, ik wil ziek zijn. Dat is onderdeel van de ziekte, die laat mij nog niet beter worden.”
Het intakegesprek voelt voor het hele gezin als een stip op de horizon. Eindelijk komt er hulp. Althans, dat was de gedachte. Maar als Britt na vijf maanden wachten in februari eindelijk aan de beurt is, krijgt ze al snel te horen dat haar eetstoornis te ernstig is om haar ambulant te behandelen. “Toen hebben ze eigenlijk meteen gezegd: ‘Eén dag in de week behandelen is niet voldoende, wij denken dat jij meer zorg nodig hebt’. Maar die konden ze mij niet bieden.”
Inmiddels staat Britt op een nieuwe wachtlijst bij een andere ggz-instelling. Haar gewicht is op dit moment stabiel. “Ooit hoop ik ook weer lekker te kunnen stappen, een biertje te kunnen drinken met borrelnootjes en bitterballen erbij, maar dat kan ik nu nog niet.”
Het verhaal van Britt was op maandag 5 april te zien in de uitzending van Pointer over jongeren die psychisch in de knel zitten en lang moeten wachten op hulp in de ggz.