Ze dacht dat ze in de glastuinbouw zou gaan werken, maar zodra de Hongaarse 'Katarina' voet aan de grond zet in Nederland, blijkt dit een leugen. In plaats van de glazen kassen in het Westland, moet ze - tegen haar zin - als sekswerker aan de slag. Twee jaar lang wordt ze uitgebuit en mishandeld. "Ik ben niet meer dezelfde persoon als vroeger. Ik ben paranoïde geworden."
Een Hongaarse familie haalt tussen 2010 en 2013 jonge, Hongaarse vrouwen, onder valse voorwendselen naar Nederland. De vrouwen, veelal in de leeftijd van 18 tot 20 jaar, moeten onder dwang sekswerk doen in de Randstad. Daar komt in 2013 een eind aan, wanneer de politie bij toeval kopstukken van de seksbende inrekent. Ze behoren allemaal tot dezelfde familie, bestaande uit broer en zussen met hun partners. Jaren van onderzoek volgen en uiteindelijk worden 9 leden van de Hongaarse familie veroordeeld voor mensenhandel, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.
Hoe kwamen deze vrouwen in Nederland terecht? Welk toekomstplaatje werd hen voorgehouden? En wat zijn de gevolgen van deze uitbuiting? Pointer onderzoekt samen met een internationaal onderzoeksteam hoe Oost-Europese sekswerkers slachtoffer kunnen worden van mensenhandel en seksuele uitbuiting. Ze worden met online advertenties naar het buitenland gelokt. Sekswerkers die op deze advertenties ingaan, lopen een groot risico om slachtoffer te worden. De tussenpersonen die de advertenties online plaatsen, zogeheten agencies, blijven vaak buiten schot. Dat komt omdat ze zelden te herleiden zijn tot een natuurlijk persoon of bedrijf.
Hoe meedogenloos deze netwerken opereren horen we van Katarina. Dit is niet haar echte naam, omdat ze nog steeds vreest voor haar veiligheid. Waar Katarina dacht dat ze in de tuinbouw zou gaan werken hebben de meeste andere slachtoffers bewust gekozen voor sekswerk, waarbij gouden bergen werden beloofd en veel persoonlijke vrijheid. Hoe anders was de praktijk: Ze werd onder valse voorwendselen naar Nederland gelokt en vervolgens jarenlang uitgebuit en mishandeld. Mede door Katarina’s verklaring verdwenen deze mensenhandelaars in 2018 achter de tralies.
Nu vertelt ze haar verhaal aan Pointer.
Hoe ben je in Nederland terechtgekomen?
"Ik was op zoek naar werk en via een kennis kreeg ik te horen dat ik in Nederland zou kunnen werken. Dat ging om een baan in de tuinbouw. Ik heb voor die functie gesolliciteerd en uiteindelijk besloten dat ik dat wilde doen. Toen ik in Nederland aankwam werd ik door twee mannen opgepikt. Ik kreeg een klein beetje uitleg over wat ik moest gaan doen, dat het hoofdzakelijk 'dameswerk' zou zijn."
"Ik kwam aan in een huis waar een Hongaarse familie woonde. Iemand was daar aan het koken. Het zag er gemoedelijk uit. Ik zag meerdere matrassen op de grond liggen. Ik vroeg aan één van de mensen of ik mocht uitrusten. Het was nogal een vermoeiende reis. Dat was geen probleem. Tot zover merkte ik niet dat er iets gaande was."
"Maar dat veranderde toen ik mijn paspoort en telefoon moest inleveren. Dat voelde heel raar. Waarom moest ik dit allemaal inleveren? Ik kreeg een andere telefoon met een nieuw telefoonnummer. Als ik contact wilde opnemen met mijn ouders of andere familieleden, dan moest ik daarvoor toestemming vragen aan iemand van de familie."
Wanneer merkte je dat er iets mis was?
"Toen er rond middernacht allemaal vrouwen thuiskwamen. Ik zag wat voor kleding ze droegen. Ze moesten geld op de tafel neerleggen en vertellen wat voor werkzaamheden ze die dag hadden gedaan en hoeveel ze hadden verdiend. En plots drong het tot mij door: dit is niet de baan waarvoor ik naar Nederland ben gekomen. Ik wilde naar huis, maar één van de mannen zei: 'Nee, je bent nu van mij en je doet wat ik wil'."
Wat betekende dat?
"Ik kwam in de raamprostitutie terecht. Elke dag. Van 8 uur in de morgen totdat ik klaar was. Op zondagen tot en met donderdagen was ik ‘s avonds rond 12 uur klaar, maar in het weekend werd het vaak half 2 ’s nachts. Ik mocht niet naar buiten. Ik mocht niet ziek zijn. Als ik menstrueerde, dan moest ik doorwerken. Het is niet mogelijk om te stoppen. Je moet geld verdienen en als je dat niet doet of als je dat niet kan, dan word je bedreigd en geslagen. Mijn neus is zelfs een keer gebroken geweest."
Kon je niet weg?
"Nee, ik zat vast. Zoals een vogel vast zit in een kooi. Je zit gevangen, alleen een gevangenis is beter dan dit. Zelfs daar heb je meer vrijheid dan in de ruimte waar ik zat. Als ik naar een winkel wilde gaan of bijvoorbeeld even de straat uit wilde, dan moest ik dat altijd melden. Ging ik iets verder weg, dan werd er altijd iemand meegestuurd, zodat ik niet kon vluchten. Vluchten was ook geen optie, want ze hadden mijn paspoort en telefoon. Mijn familie werd daarnaast ook nog eens met de dood bedreigd en ik wilde niet dat zij in de problemen kwamen door mij."
Ook volgens het Openbaar Ministerie (OM) werden deze vrouwen geregeld in de gaten gehouden. Zo moesten ze intensief telefonisch contact houden met hun pooier en werden ze ook op straat in de gaten gehouden. Buiten het werk werden ze voor relaties en sociale contacten gekoppeld aan de vriendenkring van de organisatie, waardoor ook in hun 'vrije tijd' controle kon worden uitgeoefend, stelt het OM.
"Voordat je begon met een klant moest je bellen. Als je dan klaar was, moest je weer bellen. Dan wisten zij hoelang je bezig was geweest en wat je daarmee had verdiend. Het geld dat ik verdiende werd dan ook meteen geteld, via de telefoon. En als ik dan thuiskwam en het bedrag was niet hetzelfde als wat ik eerder had doorgegeven, dan kwam ik in grote problemen."
Wat gebeurde er dan?
"Dan werd je in elkaar geslagen. Kapotgeslagen. En daarvoor gebruikte hij (een van de kopstukken, red.) de ene keer een bezem, de andere keer pakte hij kabels om mee te slaan. Hij dreigde ook met wapens. Hij had zo’n groot zwaard, een samoerai-zwaard, in de kast liggen. Hij zei dat als wij te moeilijk werden en niet deden wat hij wilde, dat hij onze kop eraf zou hakken."
De Hongaarse vrouwen zaten in de schulden, nog voordat zij überhaupt in Nederland waren begonnen met werken. Dat stelde het OM eerder. Het begon al met de reis. Die was door de familie voorgeschoten, wat resulteerde in een schuld. Daar kwam nog bij dat de afdracht aan de ‘werkgevers’ hoger bleek te zijn dan afgesproken en er kwamen onvoorziene kostenposten bij.
Had jij schulden?
"Ja. Ze hebben in het begin de reis voor mij betaald en wat andere kleine dingen. Dat had ik in de eerste maand al vrij snel afgelost. Maar daarmee was het nog niet klaar. Ik moest meer geld inleveren bij hem, terwijl ik niet eens meer een schuld had. Zelf verdiende ik amper wat. Ik kreeg maximaal 30 euro per dag om dingen te kopen voor werk."
Hoe ben jij uiteindelijk ontsnapt?
"Ik had al een paar keer geprobeerd om te ontsnappen, maar dat lukte niet. Telkens werd ik gepakt. De vierde keer lukte het wel. Ik had tegen mijn baas gezegd dat mijn moeder erg ziek was en dat ik haar misschien nooit meer zou zien. Toen mocht ik van hem terug naar Hongarije voor een paar dagen. Toen hoorde mijn broer wat er speelde. En hij zei dat ik niet meer terug mocht gaan."
Hoe kijk je er nu op terug?
"Ben ik nu dom geweest? Ben ik naïef geweest? Ik weet het niet. Ik was nog maar 18. Ik wilde graag naar het buitenland om daar een leven op te bouwen. Natuurlijk wist ik niet dat dit zou gebeuren. Ik vind Nederland een heel erg leuk land, hele leuke mensen, maar in zo’n situatie wil ik niet meer leven. Als ik het kon terugdraaien dan deed ik dat. Dan had ik niet gesolliciteerd."
Je hebt dit jaren moeten doormaken. Hoe heeft het jou veranderd?
"Ik ben kapotgemaakt. Ik ben niet meer dezelfde persoon als vroeger."
Wat merk je nu nog?
"Ik merk dat het nog steeds invloed heeft. Als ik bijvoorbeeld door de straat loop, dan kijk ik altijd om mij heen. Links, rechts, achterom. Kijken of ik word gevolgd. Ik ben paranoïde geworden. Dan denk ik dat ik het gezicht van mijn baas ineens zie op straat. Maar dan kijk ik goed en dan is hij het helemaal niet. Het zit zo in mijn hoofd. Ik heb geprobeerd om dat uit mijn hoofd te wissen, maar dat kan ik niet."
Waar ben je nu nog bang voor?
"Ik ben bang dat een van hen ineens weer voor mijn neus staat. Dat ik weer word meegenomen. Ik zie en voel overal gevaar. Hoewel ik weet dat die kans heel klein is."
Het verhaal van Katarina staat niet op zichzelf. Naar schatting zijn er jaarlijks zo'n 5.000 slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Velen van hen durven geen aangifte te doen. Katarina vertelt haar verhaal in onze uitzending van donderdag 28 februari.
Bekijk hieronder de uitzending over mensenhandel en seksuele uitbuiting terug: