Slachtoffers van online oplichting kunnen sinds begin 2021 de naam, adres en woonplaats (NAW-gegevens) van de oplichter opvragen bij de bank. Dit moest het makkelijker maken om met behulp van een deurwaarder, het geld terug te vorderen van de oplichter. Uit onderzoek van Pointer blijkt dat deze route nauwelijks gebruikt wordt.
Rick van der Rest van het deurwaarderskantoor Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG), reageert teleurgesteld: ‘Ik had verwacht dat vanaf 2021 tienduizenden slachtoffers bij ons zouden aankloppen.’ Het kantoor richt zich onder meer op het bijstaan van slachtoffers met deze regeling.
Officieel heet de regeling procedure begunstigde NAW-gegevens bij niet bancaire fraude (PNBF). Slachtoffers kunnen aankloppen bij hun bank om de NAW-gegevens van de dader op te vragen. Oplichters krijgen dan nog drie weken de tijd om het geld terug te storten voordat de gegevens worden verstrekt. Als slachtoffers het geld niet terugkrijgen, kunnen ze met behulp van bijvoorbeeld een deurwaarder het geld terugvorderen bij de oplichter.
Volgens het CBS worden jaarlijks honderdduizenden mensen slachtoffer van online oplichting. Vaak kan de politie hen niet helpen om het geld terug te krijgen. Mede daarom is vanuit de koker van het ministerie van Justitie en Veiligheid, onder grote maatschappelijke en politieke druk de regeling tot stand gekomen.
Gespecialiseerde partijen vangen bot
Als je de NAW-gegevens van de bank hebt gekregen, dan is de kans groot dat je uitkomt bij een van de volgende drie partijen: LAVG, ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkheid (SODA) of Aansprakelijkgesteld Nederland. Alle drie deze partijen stonden de afgelopen jaren slachtoffers actief bij. Alle drie geven aan dat er nauwelijks gebruik is gemaakt van de regeling. Betrouwbare anonieme bronnen rondom de PNBF bevestigen dit beeld. Ook komt het niet vaak voor dat een oplichter in de eerste drie weken na de start van de procedure, het geld terugstort naar het slachtoffer.
Bijna geen één bank wilde met Pointer delen hoe vaak de procedure is aangevraagd. Meestal was de reden ‘dat banken nooit fraudegegevens verstrekken’. Alleen Van Lanschot heeft laten weten dat het ‘slechts om enkele gevallen’ gaat. Ook Betaalvereniging Nederland, wist niet om hoeveel aanvragen het gaat en kan daardoor ook niet de resultaten van het onderzoek bevestigen.
Teleurstellende resultaten
Dat de resultaten tegenvallen is volgens Rick van der Rest verbazend, ‘omdat de LAVG zich juist actief richt op de uitvoering van deze regeling’. In totaal heeft het kantoor sinds het ontstaan van de regeling slechts maximaal 525 vorderingen gedaan bij oplichters, ‘dat valt heel erg tegen, temeer omdat bij ons in ongeveer vijftig procent van de gevallen slachtoffers hun geld terugkrijgen. Dat is echt een hoog percentage.’
Ook voor Niels van Os, directeur van SODA zijn de resultaten teleurstellend: ‘het gaat slechts om een beperkt aantal zaken die we hebben gehad de afgelopen jaren’. Ook is het lastig om het geld op de dader te verhalen, ligt de directeur verder toe. Omdat volgens hem de PNBF in de praktijk weerbarstig is, zijn ze inmiddels gestopt met het aanbieden van dienstverlening rondom de procedure. ‘We hebben besloten dat de inspanningen onevenredig groot waren in verhouding tot de verhaalkans.’
Rogier Bakker van Aansprakelijkgesteld Nederland wil niet delen hoeveel zaken hij heeft binnengekregen sinds de start van zijn bedrijf. Wel bevestigt hij dat het niet om heel veel zaken gaat.
Bekendheid
Van der Rest van de LAVG denkt dat de tegenvallende resultaten komen doordat de regeling nog te weinig bekendheid geniet in Nederland, ‘als er media aandacht is kloppen er altijd net iets meer mensen aan’. Gijs Boudewijn, de directeur van Betaalvereniging Nederland hoort ook anekdotisch ‘dat mensen denken dat ze via de PNBF hun geld terug kunnen krijgen van de bank’.
Reactie van het ministerie van Justitie en Veiligheid
De politie verwijst slachtoffers als zij aangifte doen van online fraude veelal door naar hun bank, mede met het oog op een verzoek in het kader van de PNBF, of naar een gerechtsdeurwaarder. Banken en meldpunten, zoals de Fraudehelpdesk, Slachtofferhulp Nederland en de Consumentenbond geven slachtoffers nu ook al actief voorlichting over het doen van aangifte, het verkrijgen van juridische hulp en/of sociaal-emotionele hulp. Slachtoffers worden daarbij ook voorgelicht over stappen die zij kunnen ondernemen, zoals de mogelijkheden om schade te verhalen, bijvoorbeeld met de PNBF.
Het is aan de banken om hun gedupeerde rekeninghouders te helpen en ook actief door te verwijzen naar de politie en de PNBF. Het is niet aan de overheid om de communicatie over particuliere schaderegelingen zoals de PNBF over te nemen, wel stimuleert het ministerie de ketenpartijen binnen de integrale aanpak online fraude om slachtoffers actief door te verwijzen.
Luister Pointer op NPO Radio 1: Van klik naar klacht: slachtoffers van oplichting vorderen geld terug van fraudeur op zaterdag 21 september om 14:00 uur.
Van klik naar klacht: slachtoffers van oplichting vorderen geld terug van fraudeur