Uren in de trein om een college te volgen, dispuutavonden missen en ouders die je stiekem tóch liever het huis uit willen. Het vinden van een kamer lijkt onmogelijk en daardoor wonen veel studenten nog steeds thuis. Welk effect heeft dit op de ontwikkeling van de jongvolwassenen? Hoogleraar pedagogiek Susan Branje: “Uit huis gaan helpt om zelfstandigheid te ontwikkelen.”
Een van de studenten die ons mailt is Bart Hiddema (21). Hij woont in Zutphen maar studeert in Nijmegen en reist elke dag heen en weer met het openbaar vervoer. “Ik mis een deel van mijn studententijd omdat ik niet op kamers woon. Ik zit bij een jaarclub, alleen moet ik meestal weg voordat het echte feestje begint. Het zorgt ervoor dat ik minder contacten heb dan studenten die wél op kamers wonen.” Ook thuis levert het de nodige spanningen op. “Mijn moeder en ik kunnen soms wel eens gek van elkaar worden.”
Bart wil wel uit huis, maar kan dat niet. Een kamer in Nijmegen, de stad waar hij studeert, kan hij namelijk niet vinden. Hij is niet de enige met deze ervaring. Volgens de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting van Kences, het kenniscentrum voor studentenhuisvesting, woont 48 procent van de studenten bij hun ouders. Voor bijna de helft van de thuiswonende Nederlandse studenten, 48 procent, blijkt de betaalbaarheid van een woonruimte de voornaamste reden is om niet uit huis te gaan. De tweede reden is met 17 procent: ‘Geen woonruimte beschikbaar’.
Zelfstandigheid
Susan Branje is hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Haar expertise is de ontwikkeling van jongeren en hun relatie met vrienden en ouders. Thuis wonen hoeft volgens haar geen nadeel te zijn, maar uit huis gaan kan wel voordelen hebben.
“Je moet voor je eigen huishouden zorgen. Je hebt hierdoor meer verantwoordelijkheid voor onder andere je financiën. Op kamers gaan geeft ook mogelijkheden om een nieuwe vriendengroep te vormen. Het is makkelijker om een studentenleven op te bouwen als je in de stad woont waar je studeert.” Daarnaast kan het jongeren op romantisch gebied helpen. “Het kan moeilijker zijn om intieme relaties te ontwikkelen als je thuis woont, omdat het lastiger is om je partner mee te nemen naar je ouderlijk huis. Als je op kamers woont kan dit makkelijker zijn.”
De rol van ouders
De ouder-kind relatie speelt een grote rol. Soms worden jongvolwassenen veel ‘bemoederd’, vertelt Branje. “We zien in deze tijd dat ouders langer betrokken blijven bij hun jongvolwassen kinderen. Enerzijds is dat goed. Het is altijd fijn om mensen om je heen te hebben. Maar als ze zich te veel blijven bemoeien en bekommeren, dan noem je dat ook wel ‘helikopter ouders’.” Deze term wordt gebruikt voor ouders die het leven van hun kind willen overzien en sturen. “We weten uit onderzoek dat de groep jongvolwassenen die dit ervaart, minder zelfstandigheid ontwikkelt. Ze worden daarmee eigenlijk belemmerd.”
Tegenwoordig kijken we niet op van intensief contact tussen ouders en jongvolwassenen, maar dat was vroeger wel anders. “Toen waren uit huis gaan, trouwen en kinderen krijgen de gebruikelijke stappen. Je leefde dan je eigen leven en kwam af en toe nog thuis op visite. Ondanks dat het niet veel met volwassenheid te maken heeft, zien we het toch vaak als stappen naar een volwassen leven. En die worden tegenwoordig uitgesteld. Hierdoor zien we jongvolwassenen langer als kind dan voorheen.”
Thuis ontwikkelen
“Langer thuiswonen hoeft kinderen niet per se te belemmeren in hun ontwikkeling, maar het brengt wel een risico met zich mee.” Hoe zorg je dan dat het thuiswonen jongeren niet beperkt in hun ontwikkeling? Volgens Branje moet je vooral goede afspraken maken.
“Je moet erbij stilstaan dat er een verandering in de ouder-kind relatie nodig is. Het is anders vrij verleidelijk om als ouders in de ouderlijke rol te blijven en als jongvolwassenen in de kind-rol.” Ouders horen de kinderen de ruimte geven om als een volwassene in het huishouden te leven. Maar de jongvolwassenen moeten ook hun verantwoordelijkheden nemen, vertelt ze. Een voorbeeld hiervan is afspraken over de was, financiën of het avondeten. “Dat type afspraken zou je kunnen maken met elkaar, zodat je laat zien dat je elkaar als mede-volwassenen behandelt in het huishouden.”
Communicatie is volgens Branje dan ook heel belangrijk. “Praat met elkaar over wat je verwacht en neem elkaar serieus.” De bezorgdheid van een ouder is vaak goed bedoeld, maar komt niet altijd over. “Geef als jongvolwassene aan dat je ziet dat je ouders het goed bedoelen, maar dat je het toch lastig vindt. Dat kan al helpen. Als je dit niet doet en het gevoel te hoog op laat lopen, kan dat leiden tot conflicten.” Als tip wil ze dan ook meegeven: “Ga er rustig voor zitten, en bespreek het.”