Steeds vaker wonen studenten in studio’s in plaats van op kamers. Voor investeerders is het bouwen van studentenkamers met gedeelde voorzieningen minder lucratief dan studio’s en lastiger te realiseren door regelgeving. Daarom bouwen ze vooral luxe studio’s die eigenlijk te duur zijn voor studenten. Via de huurtoeslag betaalt de samenleving mee en kunnen verhuurders hogere prijzen rekenen. En dat terwijl veel studenten in gedeelde studentenwoningen willen wonen, zo blijkt bij onze pop-up redactie in Delft.
Voorheen woonden studenten veelal in studentenhuizen: gewone woningen, die per kamer werden verhuurd. Maar in de afgelopen jaren is die trend verschoven en wonen steeds meer studenten in een studio. Volgens de monitor van het Kenniscentrum Studentenhuisvesting Kences is het aantal studenten dat in een studio woont de afgelopen tien jaar gestegen van 12 naar 25 procent.
Ook in Delft is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in studentenwoningen in de vorm van studio’s. Jelle Stap, voorzitter van de studentenraad van de TU Delft denkt dat studenten over het algemeen beter af zijn met een kamer dan met een studio: “Er wordt veel bijgebouwd in de stad. Daarmee los je een deel van het probleem op. Maar op dit moment is de balans zoek tussen zelfstandig en onzelfstandig wonen. Studenten zijn over het algemeen niet op zoek naar studio’s en het is slecht voor het mentale welzijn van studenten”, vertelde hij tijdens onze meet-up in Delft. Een studenten huis zou volgens hem beter zijn voor sociale contacten en sociale ontwikkeling.
Liever op kamers
Studenten wonen over het algemeen liever op kamers dan in een studio. Zo vertelt een student in de uitzending van Pointer: “Ik woonde in een studio bij de TU. Prima goedkoop, want ik kreeg huurtoeslag. Maar je woont wel in je eentje. Als je net in Delft komt wonen is het wel moeilijker om mensen te leren kennen. Nu woon ik met vrienden samen in Rotterdam en dat is gezelliger. Maar het is wel een beetje scheef natuurlijk, in een studio het je 30 vierkante meter maar in een kamer heb je 10 vierkante meter en deel je heel veel met andere mensen. Dus ben je veel zuiniger met de meters en dat is veel beter voor de woningnood.”
Dat er in Delft wordt ingezet op het bouwen van studio’s komt deels doordat de stad in 2017 een verbod instelde op het opdelen van huizen in studentenkamers. Daarmee werd het zogenaamde ‘verkameren’ aan banden gelegd, maar het zorgt ervoor dat diverse huisbazen sindsdien de huizen opdelen in studio’s. De huur van zo’n studio is een stuk hoger dan dat van een kamer, maar door de mogelijkheid van huursubsidie is het voor veel studenten alsnog een betaalbare oplossing.
Zelfstandige woonruimte op subsidie
En niet alleen voor huisbazen maar ook voor vastgoedinvesteerders is het bouwen van studio’s een interessante investering, onderkent stadsbouwmeester Tako Postma in onze uitzending: “De kosten voor bouw zijn hoog, dus een woningbouwer is beter af met studio’s, want ze kunnen meer vragen voor dezelfde oppervlakte.” De gemeente Delft stevent af op een studentenhuisvestingstekort van 6000 in 2030, maar volgens wethouder Wonen in Delft, Karin Schrederhof, blijft de bouw van studio’s de meest logische oplossing: “Op zelfstandige woningen kun je huursubsidie krijgen, op onzelfstandige woningen kan dat niet. In de huidige tijd, met hoge bouwkosten en hoge rente, is het niet meer te doen voor DUWO (een partij die studentenhuizen bouwt – red.) om een woning te bouwen die onzelfstandig is.”
Perverse prikkel
Dat er door dit systeem vooral studio’s worden gebouwd in Delft, zorgt voor een scheefgroei in de woningvoorraad vindt Lieke van Rossum, raadslid van de SP in Delft: “Je ziet dat de huizen gebouwd worden om via die toeslag een hogere huur te vragen. Een hele perverse prikkel.” Volgens stadsbouwmeester van Delft, Tako Postma zou het veel beter zijn als huurtoeslag ook voor studentenkamers beschikbaar zou zijn, en niet alleen voor zelfstandige woningen: “Je zou kunnen zeggen dat belastingbetaler een hele verkeerde subsidie geeft.”
Pointer pop-up: de studentenkamer verdwijnt