In Nederland pleiten verschillende organisaties en politieke partijen voor een verbod op reclame voor ongezond voedsel. In Chili bestaat al wetgeving op dit gebied. De effecten daarvan zijn aangetoond: het werkt.
Ondanks een Nationaal Preventieakkoord uit 2018 en allerlei maatregelen van de overheid om overgewicht terug te dringen, lukt het niet om het percentage Nederlanders dat overgewicht heeft te verkleinen. Inmiddels is de meerderheid van alle volwassen Nederlanders te zwaar. En ook obesitas, ernstig overgewicht, neemt niet af. Meer dan 2 miljoen volwassenen kampen met deze ziekte.
Tegelijkertijd investeert de voedingsindustrie miljarden om ons te verleiden met beelden van zoet, zout en vet eten en drinken. Instanties als het RIVM en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving pleiten daarom voor een inperking of zelfs een verbod op reclame voor ongezond voedsel. Ook zijn er meerdere politieke partijen die een dergelijk verbod opgenomen hebben in hun verkiezingsprogramma. Staatssecretaris Van Ooijen zegt tegen Pointer dat hij zich "alleen wil richten op het inperken van reclame voor ongezonde voeding gericht op kinderen". De gevolgen van een algeheel verbod voor de industrie zijn volgens hem niet te overzien.
Andere landen laten echter zien dat dit wel degelijk mogelijk is. Pointer schreef vorig jaar al over wetgeving in verschillende landen over marketing voor ongezonde voeding.
Chili als voorbeeld
Zo ook Chili. In dit Zuid-Amerikaanse land is sinds 2016 een heel pakket aan maatregelen ingevoerd om marketing voor ongezonde voeding te beperken. Onderzoek laat zien dat deze maatregelen ook daadwerkelijk effect hebben gehad.
In Chili zijn producenten verplicht om een label op verpakkingen aan te brengen om te waarschuwen voor producten met veel zout, suiker, verzadigd vet of calorieën. Die producten mogen niet verkocht of geadverteerd worden op scholen. Bovendien is het wettelijk verboden om marketing voor voedingsmiddelen te richten op kinderen tot 14 jaar, ook op social media. Tot slot is er een verbod op schermreclame via televisie en bioscopen tussen 6:00 en 22:00 uur.
Geen tekenfilmfiguren
Fernanda Mediano is onderzoeker aan de Pontificale Katholieke Universiteit van Chili en doet met het team van CIAPEC-INTA van de Universiteit van Chili onderzoek naar de effecten van de nieuwe wetgeving. “Er werd al vanaf 2007 gepraat over een wet die marketing voor ongezond voedsel zou beperken, maar pas na 9 jaar gingen alle regels in. Op dat moment had bijna driekwart van de volwassen Chilenen overgewicht. Het Ministerie van Volksgezondheid werkte nauw samen met de wetenschap in het opstellen van deze regels. De industrie wilde de regels afzwakken. Maar de kern van de wetgeving is overeind gebleven."
Een belangrijk thema is het gebruik van figuren die populair zijn bij kinderen om ongezond voedsel aan te prijzen. Mediano: “Tekenfilmfiguren zijn de meest effectieve manier van marketing gericht op kinderen. Daarom verzette de voedingsindustrie zich sterk tegen regels die het gebruik daarvan aan banden legden.”
Effecten
In Chili is de consumptie veranderd, blijkt uit onderzoek. Nadat marketing ingeperkt werd en labels op verpakkingen waarschuwen voor overmatige toevoeging van zout, suiker, verzadigd vet en calorieën, veranderde het aankooppatroon van onderzochte huishoudens. Mensen haalden deze producten minder in huis. Uit onderzoek onder moeders van jonge kinderen bleek dat zij vaak het idee hadden dat de regels zorgden voor het normaler maken van gezonde voeding voor kinderen. Ook de voedselindustrie zelf veranderde: ze ging meer adverteren met gezond voedsel en droegen trots uit welke producten geen label hadden. Bovendien paste ze haar producten aan om ze gezonder te maken, zodat ze geen labels zouden krijgen. Dit alles zonder gevolgen voor werkgelegenheid. Er werd niet minder voedsel geproduceerd, alleen de samenstelling van het voedsel veranderde. Kinderen krijgen nu 75 procent minder reclame voor ongezond voedsel op televisie onder ogen.
Dit alles betekent overigens nog niet dat cijfers voor overgewicht en obesitas dalen. Het verbaast Fernanda Mediano niet dat op dat vlak in een paar jaar tijd nog geen verandering zichtbaar is. Zij is bezig met advies over het verfijnen van de wetgeving. “Er moeten betere regels komen voor reclame op internet. En de suikertaks die er nu is, is nog vrij minimaal. Subsidiëren van groente en fruit wordt onderzocht.” Het is haar overtuiging dat wetgeving de enige manier is om verandering te brengen op het gebied van voedselmarketing. “Zelfregulering werkt niet. De voedingsindustrie wil overgewicht zien als een individueel probleem. Maar als zoveel mensen overgewicht en obesitas hebben, kun je niet al die mensen zelf verantwoordelijk houden. Mensen zijn vaak te druk om gezond te eten, en er is dan geen alternatief voor snel en gemakkelijk, maar ongezond eten. De overheid zou zich verantwoordelijk moeten voelen voor de voedselomgeving waarin mensen eigen keuzes maken.”
Minder suiker in frisdrank
De wetgeving heeft volgens haar wel effect op wat mensen kopen. “Uit onderzoek blijkt dat Chilenen 27 procent minder suiker in producten in huis halen in vergelijking met wat ze zonder deze wet zouden doen. Maar ook in studies waarin consumenten ondervraagd worden, zie je effecten. Kinderen kwamen naar hun ouders toe met allerlei vragen over gezond voedsel.” Uit andere studies blijkt dat kinderen veel minder ongezonde voedselreclames te zien krijgen. “Uiteindelijk is het verbieden van reclames die op kinderen gericht zijn niet voldoende, want ook reclames die niet op hen gericht zijn, kunnen ongezond voedsel aantrekkelijk voor ze maken. Je moet dus zorgen dat ze zo min mogelijk in aanraking komen met reclame voor ongezond voedsel."
Bekijk hieronder de aflevering over ongezonde reclames terug: