'Opvang moet in de regio', zul je deze verkiezingstijd vaak horen als het over vluchtelingen gaat. Het bekt lekker, maar wekt vooral een schijn van controle op. Verreweg de meeste vluchtende mensen verblijven namelijk al in eigen land of in een buurland, en dat een kleine groep probeert verder te reizen valt amper te voorkomen.
De afgelopen jaren kwamen er relatief veel vluchtelingen naar Nederland, veelal als gevolg van conflicten, zoals in Syrië. Veel politieke partijen hebben dé oplossing voor deze toename: 'opvang in de regio'. Zowel links als rechts zien partijen hier heil in, ofwel door te investeren in 'de regio', ofwel door met 'de regio' deals te sluiten om niemand door te laten reizen.
Focus op een aanpak in de oorspronglanden klinkt ook als een logische oplossing. Zo logisch zelfs, dat het al op grote schaal de realiteit is. Van de meer dan 100 miljoen mensen die volgens de Verenigde Naties (VN) wereldwijd op de vlucht zijn, verblijft 87 procent in eigen land of in een buurland. Slechts 13 procent vlucht verder weg.
De feiten over regionale opvang
Van alle mensen die wereldwijd op de vlucht zijn, verblijft het merendeel zelfs nog in eigen land. In 2022 ging het om 6 op de 10 (58 procent). Syrië was hier in 2022 het grootste voorbeeld van: van zeker 12 miljoen vluchtenden blijft zo’n 6,8 miljoen mensen binnen de eigen landsgrenzen, volgens VN-data.
Een vluchteling is iemand die niet veilig is in eigen land vanwege een conflict of een groot risico op persoonlijke vervolging, bijvoorbeeld als journalist of LHBTI'er. Goed om te weten: je heet pas officieel een vluchteling als je een landsgrens over gaat. Aan het label vluchteling zitten rechten verbonden waarmee je eventueel asiel kunt aanvragen in een ander, veiliger land.
Maar ook mensen die wel de grens over vluchten, komen grotendeels niet naar ons toe. Meer dan twee derde (70 procent) verblijft in een land dat grenst aan hun eigen land. Dat geldt ook voor Europa: Oekraïners zoeken veiligheid binnen Europa en blijven veelal hangen in buurland Polen.
De echte crisis is in de regio
Migratiewetenschapper en hoogleraar sociologie Hein de Haas beschrijft dit fenomeen in zijn boek Hoe migratie echt werkt. "Dat de meeste vluchtelingen dicht bij huis blijven, betekent dat de echte vluchtelingencrisis niet plaatsvindt in het Westen, maar in de herkomstregio’s. Een aantal van de armste landen ter wereld herbergt grote aantallen vluchtelingen."
Het bewijs blijkt uit de data. In de twee grafieken hieronder zie je de Nederlandse vluchtelingenaantallen van Afghanen en Syriërs door de jaren heen, afgezet tegen hun opvang in een paar regiolanden.
Als je meeweegt dat het merendeel van mensen die een conflict ontvluchten vaak hun eigen land niet eens verlaat, kun je het Nederlandse streepje zo goed als niet meer zien, zoals in de volgende twee grafieken. Door een gebrek aan data beginnen deze grafieken wel pas in 2009.
Je zou kunnen tegenwerpen dat Nederland een klein en vol land is. Maar ook het aantal vluchtelingen als aandeel van de bevolking toont een groot verschil tussen Nederland en regiolanden. Op het hoogtepunt van de Syrische crisis bestond bijvoorbeeld bijna 8% van de bevolking in Jordanië uit Syrische vluchtelingen. In Nederland kwam dat hoogtepunt vorig jaar – 0,32% welteverstaan. En dat terwijl Jordanië slechts twee keer zo groot is als Nederland en vele malen armer.
Nederland doneerde vorig jaar €14 miljoen extra aan de VN-vluchtelingentak UNHCR specifiek ter verbetering van opvang in Jordanië, naast nog zo’n €100 miljoen aan verdere donaties. Best veel, maar in 2016 was de schatting dat alleen al de Syrische vluchtelingen Jordanië zo’n $2,5 miljard per jaar kosten. Nederlandse investeringen in de regio zijn nuttig om de meest schrijnende situaties iets te verbeteren, maar structureel zal het weinig verschil maken.
Illusie van grip
Een meerderheid van 15 politieke partijen (waaronder PVV, JA21, Christenunie, BVNL, BBB, VVD, FvD, Groenlinks-PvdA) benoemt in het verkiezingsprogramma dit jaar 'opvang in de regio' als één of soms dé oplossing om vluchtelingen buiten te houden. Zo schrijft Groenlinks-PvdA: 'Goede opvang in de regio kan helpen voorkomen dat mensen de gevaarlijke oversteek naar Europa maken.' Maar dit zeggen partijen al jaren – en al jaren spreken deskundigen ze tegen. Zo weerspreekt Midden-Oostenexpert en NRC-columnist Carolien Roelants al jaren het idee dat alle vluchtelingen prima 'daar' kunnen blijven, waaronder in 2015 een artikel met de kop: "Nog maar een keer, de regio zit al propvol".
In 2015 wilden partijen als PVV, SP en VVD de regionale opvang verbeteren in de hoop dat minder mensen zouden oversteken. En in 2001 wilde de ChristenUnie dat mensen in de regio bleven en er daar werd bepaald wie door mocht en wie niet, ook een voorstel dat anno 2023 weer veel voorkomt.
Conclusie
Vanwege strenge visumregels en checks nog voordat je op een vliegtuig stapt, is het nauwelijks mogelijk om als vluchteling legaal Europa binnen te komen. En hoezeer politici ook claimen de buitengrenzen te willen sluiten, het hermetisch afsluiten van 42.673 km Mediterrane zeekust en 7.721 km landgrens is een illusie. En die realiteit maakt dat er altijd mensen in nood een poging zullen wagen, ook als het in gammele bootjes of via smokkelaars moet.
In verkiezingstijd is het doel van politici niet per se om écht werkend beleid voor te stellen, maar vooral om jou te overtuigen. Al jaren zijn er politici die beloven vluchtelingen ‘in de regio’ te houden. Maar jaar in, jaar uit lijkt het beleid niet opgewassen tegen de realiteit dat veel mensen in eigen land gevaar lopen en moeten vluchten – ook de relatief kleine groep die hier eindigt.