In beschermd natuurgebied de Biesbosch spoelt veel afval aan uit de rivieren die erdoorheen lopen. Jos Korthout (70) ruimt dagelijks zwerfafval op langs de oevers van de Boven Merwede en de afgedamde Maas in Woudrichem. Alles wat in Jos’ vuilniszak zit, stroomt in ieder geval niet naar de Biesbosch.
Met zijn fiets behangen met afvalzakken in de ene hand en een grijper in de andere loopt Jos Korthout op zijn klompen door vestingstadje Woudrichem, zo’n vijftien kilometer van de Biesbosch. Elk blikje, kauwgomrestje en zelfs het kleinste stukje verpakkingsmateriaal ziet hij liggen. “Alles wat geen organische vorm heeft, valt me op”, zegt de afvalverzamelaar.
Korthout gaat dagelijks op pad in de straten van Woudrichem en elke zaterdag prikt hij met andere vrijwilligers afval op de strandjes langs de oevers van de rivier. Zijn vondsten documenteert hij in een speciale app die afvalrapers wereldwijd gebruiken. Hij heeft er in twee jaar al 90294 stuks ingezet. “We vinden alles wat je bedenken kan”, vertelt hij. “Zelfs bierdopjes van Heineken van 25 jaar geleden, die al lang niet meer gemaakt worden. Kan je nagaan wat een weg die al afgelegd hebben.”
Afval dat in Woudrichem en in de naastgelegen dorpen in de rivier terechtkomt, stroomt naar de Biesbosch en hoopt zich daar op in de vele geulen en op oevers die het gebied rijk is. Korthout was vroeger rondvaartleider en sluiswachter in de Biesbosch en is natuurliefhebber pur sang, dus de vervuiling daar gaat hem aan het hart. “Het is het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. We zijn het aan de wereld verplicht om daar wat beter op te letten.”
Waar mensen zijn, is vuil
Korthout laat een stukje van de Biesbosch zien bij de Polder Jantjesplaat, vlakbij de Spieringsluis waar hij vroeger werkte. Het is er nu vrij schoon. Dat komt volgens de afvalverzamelaar omdat het al een tijd laag water is en op deze plek regelmatig ook andere vrijwilligers schoonmaken. “Maar als er afval is, dan is het er massaal, en vooral net na hoog water.”
Het zijn de onbegaanbare plekken waar volgens Korthout veel afval blijft liggen. “Er is bijvoorbeeld een eilandje waar veel ophoopt, maar daar kun je alleen met een bootje komen.” Ook in Woudrichem zijn sommige plekken lastig op te ruimen. “Laatst hadden we te maken met allemaal pluisjes van vochtige schoonmaakdoekjes, die aan de doorntjes van planten blijven hangen. Tussen de basaltblokken in de rivier staan heel veel van die plantjes. Je hebt duizenden mensen nodig om dat op te ruimen.”
Bovendien laten bezoekers zowel in toeristische trekpleister Woudrichem als in de Biesbosch steeds opnieuw van alles achter. Bij de parkeerplaats van de Polder Jantjesplaat is genoeg te vinden. “Waar mensen zijn, is vuil”, zegt Jos terwijl hij er een sigarettenpeuk opraapt. “Een peuk wordt als onschuldig gezien, maar het filter van een sigaret bestaat voor 90% uit plastic. Dat vergaat niet.”
Plasticdeeltjes
“Plastics die in de natuur zwerven, breken af tot hele kleine deeltjes”, weet Korthout. “Microplastics of zelfs nanoplastics, die in de grond terechtkomen en uiteindelijk ook weer in het water. In de Biesbosch zijn ook nog eens drie hele grote spaarbekkens waar drinkwater uit wordt gehaald.”
Hoe schadelijk microplastics en nanoplastics precies zijn voor mensen als ze bijvoorbeeld in drinkwater zitten, is nog niet duidelijk. “We vermoeden dat het niet gezond zal zijn, maar wat het echt allemaal doet, dat zijn ze nog aan het onderzoeken”, zegt Korthout. “Maar ongeacht of het schadelijk is, kun je met je boerenverstand toch wel bedenken dat het daar niet thuishoort. Als we daar geen paal en perk aan stellen, wordt het alleen maar meer.”
Nooit genoeg actie
Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Provincie Noord-Brabant, Waterschap Rivierenland en verschillende gemeentes rondom de Biesbosch startten begin dit jaar een campagne om het afvalprobleem aan te pakken. Er werden campagneborden en extra afvalbakken geplaatst en er zijn regelmatig schoonmaakacties waarvoor vrijwilligers zich kunnen aanmelden.
Ook samenwerkingsverband Schone Rivieren heeft veel aanhang in de omgeving en veel inwoners gaan, net als Korthout, regelmatig zelf op pad om afval te verzamelen. “Mensen die hier komen wonen zijn over het algemeen natuurliefhebbers, dus die zijn zuinig op hun omgeving”, zegt hij.
Toch kan er wat Korthout betreft nooit genoeg actie zijn. Bij de ‘najaarsmeting’ van Schone rivieren, waarvoor Korthout als vrijwilliger een stuk land langs de oever van de rivier controleerde, vond hij 17 stuks plastics op een afstand van 100 meter. “Maar dat was alleen wat in het zicht lag.” Op een grondiger onderzocht vierkant van 50 bij 50 centimeter, waren het er maar liefst 521. “En dan moet je eigenlijk nog blij zijn dat het daar aanspoelt, want de rest komt in de plasticsoep, midden in de oceaan.”