1 op de 20 thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder krijgt ooit te maken met ouderenmishandeling, zo blijkt uit onderzoek. Die cijfers zie je alleen niet terug in het aantal meldingen bij Veilig Thuis.
Volgens Hiske Jaspers, projectleider Aanpak Ouderenmishandeling komt die onderrapportage doordat er nog weinig bekendheid is over wat ouderenmishandeling is. Bovendien weten mensen ook niet altijd dat je bij Veilig Thuis terechtkunt voor advies of een melding. “Jaarlijks krijgen we tussen de 2300 en 2600 meldingen, terwijl we uit de schattingen weten dat ouderenmishandeling veel vaker voorkomt.”
Ouderenmishandeling komt in veel verschillende vormen voor legt Jaspers uit. “Het kan gaan om fysieke of mentale mishandeling, schreeuwen en slaan, maar ook bijvoorbeeld financiële uitbuiting valt eronder.” Psychische mishandeling komt het meest voor, gevolgd door financieel misbruik. En dat laatste kan soms klein beginnen. “Als je boodschappen doet met de pinpas van je moeder omdat ze dat zelf niet meer kan en je rekent je eigen boodschappen er ook mee af, dan valt dat er eigenlijk ook al onder. En soms gaat het dan van kwaad tot erger.”
Ontspoorde mantelzorg
In ons onderzoek ‘Dementiezorg onder druk’ onderzoeken we op dit moment de dementiezorg achter de voordeur. Mensen met dementie wonen steeds langer thuis en kunnen soms gedrag vertonen dat bij mantelzorgers voor frustraties zorgt. En dan loopt het wel eens uit de hand.
Jaspers vertelt dat er bij Veilig Thuis ook meldingen binnenkomen van zogenoemde ‘ontspoorde mantelzorg’. Een vorm van ouderenmishandeling die vaak niet bewust gebeurt en veroorzaakt wordt door overbelasting bij een mantelzorger. “Een oudere die op een stoel wordt vastgebonden omdat de partner boodschappen wil gaan doen en bang is dat zijn partner met dementie anders wegloopt of een man die zijn vrouw niet meer van de wc afkrijgt en haar dan maar laat zitten, dat zijn vormen van ontspoorde mantelzorg die wij wel binnenkrijgen.”
Er wordt door Veilig Thuis niet bijgehouden hoe vaak het bij ontspoorde mantelzorg om ouderen met dementie gaat. In de Dementiemonitor 2018 van het NIVEL lezen we wel dat een derde van de door hen ondervraagde mantelzorgers aangeeft wel eens geschreeuwd of gescholden te hebben tegen hun naaste met dementie. 4 procent behandelde diegene wel eens ruw.
Inzetten op preventie
Dat mensen steeds langer thuiswonen met dementie baart Jaspers wel zorgen. “Mensen willen dat vaak ook zelf, maar je bent dan wel afhankelijk van mantelzorg. En niet iedereen is daar geschikt voor. We komen ook soms situaties tegen waarbij een kind met een psychisch probleem bij zijn of haar ouders woont. En dan wordt vader of moeder langzaam dement en draaien de rollen om. En dat kan voor zo’n oudere een risico opleveren, omdat zoon of dochter niet in staat is om de juiste zorg te leveren. Dan wordt er gedacht dat er mantelzorg is, maar is die er eigenlijk niet echt.”
Als de druk op mantelzorgers toeneemt kan je wel bedenken dat de risico’s op dit soort ontspoorde mantelzorg ook toeneemt, stelt Jaspers vast. De sleutel ligt volgens haar in preventie en professionals en mantelzorgers bewegen om vroegtijdig aan de bel te trekken als het toch dreigt mis te gaan. “Het is natuurlijk een heel gevoelig thema, waar mensen maar moeilijk over durven te spreken. Maar het liefst zou ik natuurlijk willen dat wij als meldpunt helemaal niet zouden bestaan. Nu komen zaken soms vaak pas aan het licht als het al uit de hand gelopen is.”
Dit artikel is aangepast en verscheen eerder op 15-06-2022