In arme buurten zijn bijna twee keer zoveel tenten met ongezond voedsel te vinden als in rijke buurten, blijkt uit ons data-onderzoek. Het aantal verswinkels is hetzelfde in arme en rijke buurten.
Pointer analyseerde landelijke horeca- en winkelgegevens van onderzoeksbureau Locatus voor 2011 en 2021. Daaruit bleek dat er in die periode landelijk duizenden fastfoodlocaties, donutzaken, ijssalons en dönerzaken bijkwamen, terwijl het aantal verswinkels, zoals bakkers en groenteboeren, juist afnam.
Een nadere analyse van de data van 2021 laat nu zien dat het aanbod aan ongezonde voedseltenten per inwoner in de armere woonbuurten bijna twee keer groter is dan in de rijkere woonbuurten. Het aanbod in woonbuurten met veel lage inkomens bestaat gemiddeld uit elf tenten per 10.000 inwoners. Terwijl het aantal ongezonde voedsellocaties in buurten met veel hoge inkomens ‘slechts’ 6 per 10.000 inwoners was. Het aantal verswinkels is met 6 per 10.000 inwoners hetzelfde in arme en rijke buurten.
Lees hier hoe we dit data-onderzoek hebben gedaan:
Juist in de buurten met veel lage inkomens wonen ook veel mensen die met overgewicht en obesitas kampen. Onder volwassenen in de hoogste welvaartsgroep had ‘slechts’ 9,6 procent in 2021 obesitas, in de laagste welvaartsgroep was dat 18,7 procent, berekende het CBS recent. Nederlanders met een laag opleidingsniveau leven al gauw 6 jaar korter en 15 jaar minder lang in goede gezondheid dan mensen met een hoog opleidingsniveau, volgens het RIVM. Hoe hoog je opleiding is, bepaalt voor een belangrijk deel weer hoe hoog je inkomen is.
‘Aanbod van eten in een buurt stuurt de vraag’
Artsen en wetenschappers maken zich ernstig zorgen over de ongezonde voedselomgeving, omdat deze bijdraagt aan het oplopende overgewicht en de ziektes die daaruit voortvloeien zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker. Voedingswetenschapper Jaap Seidell van de Vrije Universiteit heeft onderzoek gedaan naar het voedselaanbod in wijken in Amsterdam: “Wij zien dat het aanbod de vraag stuurt. Dat wil zeggen dat als er veel ongezond eten is, dat er veel ongezond wordt gegeten.”
Hij vindt het extra wrang dat er juist veel fastfood zit in armere buurten: “Kinderen die hier opgroeien hebben het vaak al niet makkelijk. Al deze verleiding verergert hun problemen. Gemeenten zouden grenzen moeten kunnen stellen aan de hoeveelheid junkfood per buurt.”
Het verbaast hem niet dat intensieve marketing zich nadrukkelijk richt op wijken met veel problemen: “Goedkoop, lekker maar inferieur gemaksvoedsel is extra aantrekkelijk voor mensen met weinig geld, tijd, kennis en vaardigheden.“
Junkfoodwet
Aanstaande donderdag bespreekt staatssecretaris Maarten van Ooijen met de Tweede Kamercommissie Volksgezondheid wat er juridisch mogelijk is om te zorgen voor een gezonde voedselomgeving. Zijn voorganger Paul Blokhuis heeft daar onderzoek naar laten doen en wilde tot een ‘goede wettelijke uitwerking komen’.
Meer weten over de gezondheidskloof? Kijk zondag 3 april naar Pointer om 22:10 uur op NPO2.