Er komen nauwelijks verpleeghuisplekken bij de komende jaren. Maar de bouw van het alternatief - de zogenoemde verpleegzorgplek – komt vooralsnog niet echt van de grond. Woningbouwcorporaties zijn verantwoordelijk voor de realisatie van een deel van die plekken, maar bij hen heerst nu vooral nog veel onduidelijkheid. Dat blijkt uit een rondgang van het journalistieke platform Pointer (KRO-NCRV) langs de 12 grootste woningbouwcorporaties.
Woningbouwcorporaties moeten de komende jaren 20.000 verpleegzorgplekken realiseren, nog eens 20.000 van die plekken komen voor rekening van vastgoedinvesteerders. Kenmerk van deze woonvorm is dat wonen en zorg (financieel) gescheiden zijn. Huur wordt betaald aan een particuliere zorginvesteerder of woningbouwcorporatie, de zorg wordt geleverd door een zorgorganisatie. Uit een recente inventarisatie van de zorgverzekeraars (ZN) blijkt echter dat de plannen voor dit soort zorggeschikte woningen achterloopt op schema.
Geen nieuwe verpleeghuizen
Nieuwe reguliere verpleeghuisplekken komen er de komende jaren niet of nauwelijks bij, het huidige kabinet besloot dat aantal namelijk te bevriezen op 130.000. Dit terwijl er door de vergrijzing wel steeds meer ouderen zullen bijkomen met een zorgvraag, bijvoorbeeld vanwege dementie. Mensen willen zelf ook langer thuis wonen; zo is de motivatie van minister Helder (Langdurige Zorg) voor de nieuw ingeslagen weg. Daarom wordt er door haar vol ingezet op het realiseren van het alternatief: de verpleegzorgplek.
“Ouderen verpieteren achter voordeur”
Uit de rondgang van Pointer blijkt echter dat bij corporaties op dit moment vooral nog veel vraagtekens zijn over deze verpleegzorgplekken. Zo laat een corporatie weten: “Het is nog niet duidelijk wat we moeten gaan bouwen en hoe dit eruit moet komen te zien.” Hassan Najja, directeur Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam, herkent die onduidelijkheid en maakt zich grote zorgen over het achterblijven van de plannen. Hij mist vooral regie vanuit de overheid. “Er is een opgave, maar wat het plan is, is nog niet duidelijk. Dat vind ik echt ontzettend jammer en ben ik ook teleurgesteld over. Als er een paar jongeren op straat tumult maken, dan springen we er met z’n allen bovenop, maar als het gaat om ouderen die verpieteren achter de voordeur dan gebeurt er niets. Omdat we daar ogenschijnlijk geen last van hebben.”
Subsidiepot nog niet beschikbaar
Cees van Boven van Woonzorg Nederland stelt vast dat er nu echt haast geboden is, vooral ook omdat het jaren duurt voordat een woning er staat en in gebruik genomen kan worden. Bijkomstig probleem is dat het bouwen van dit soort woningen (door bijvoorbeeld brancardliften, aangepaste bad- en slaapkamers, goede toegankelijkheid) gemiddeld 20.000 euro duurder is dan een normale corporatiewoning. De overheid heeft hier geld voor gereserveerd, maar corporaties kunnen daar nu nog geen aanspraak op maken. “En dat levert vertraging op,” aldus Van Boven. Los daarvan moeten er volgens hem ook locaties komen waar gebouwd kan worden. “Die moeten door gemeentes worden aangewezen en ik vind dat er op dit moment nog te weinig aandacht wordt gegeven aan de noodzaak om dat ook daadwerkelijk te doen.”
Minister belooft deze zomer duidelijkheid
Minister Helder merkt ook dat er bij sommige partijen nog onduidelijkheid is en wat haar betreft komt daar snel een einde aan. “De kaders liggen er deze zomer. Ook de subsidieregeling, die gaat zeer binnenkort naar buiten,” aldus de minister. Daarnaast belooft ze de regio’s langs te gaan om te horen waar zij tegenaan lopen in het realiseren van verpleegzorgplekken. “En dan kijk ik natuurlijk ook of wij kunnen helpen om te zorgen dat het wel voortgaat.”
Kijk hieronder de hele uitzending ‘Zorg om dementiezorgwoningen’: