Onze uitzending over jongeren die psychisch in de knel raken en vervolgens maanden in de wacht staan voordat ze zorg kunnen krijgen, leidt tot tientallen reacties van jongeren. Maar er zijn ook ouders die ons hun verhaal vertellen. We komen in contact met ouders van de 23-jarige Marloes*. "Onze dochter ligt nu in een ziekenhuisbed te wachten tot ze behandeld kan worden voor haar eetstoornis."
“Onze dochter was al uit huis, maar kon toen ze een masteropleiding in Amsterdam ging doen, geen kamer vinden. Daarom kwam ze twee jaar geleden weer tijdelijk bij ons wonen. In juni vorig jaar kwamen we erachter dat ze wel heel erg extreem sportte en aan het afvallen was. Toen ze vertelde dat ze stemmen hoorde, wisten we dat het echt niet goed met haar ging”, vertelt haar moeder. Marloes neemt vervolgens contact op met de huisarts. “De huisarts stuurde haar eerst naar de interne psycholoog (de praktijkondersteuner, oftewel POH-GGZ). Achteraf gezien denk ik dat er toen veel te lichtzinnig met mijn dochter werd omgegaan. Want toen had ze al een heel serieus eetprobleem. Later vertelde de huisarts dat hij nog nooit een patiënt met een eetstoornis tegenover zich heeft gehad, en dat hij niet wist hoe hij ermee om moest gaan.”
Vasthouden aan het protocol
Uiteindelijk verwijst de huisarts Marloes door naar een ggz-instelling. Maar dan moet ze tot november wachten tot ze op intakegesprek kan komen. “Ondertussen merkten wij dat ze heel snel afgleed. Het was alsof, toen ze eenmaal had uitgesproken dat ze een eetstoornis had, het er ook mócht zijn. Haar stoornis greep steeds wilder om zich heen.” De ouders besluiten dan zelf maar een particulier therapeut in te schakelen, zodat de hulp in elk geval op gang komt. Deze therapeut signaleert dat de twee uur therapie per week waar hun dochter voor op de wachtlijst staat, niet voldoende zal zijn omdat ze al te ernstig ziek is. Toch zegt de kliniek volgens de ouders aanvankelijk dat Marloes eerst moet starten met die twee uur voordat ze kunnen ‘opschalen’ naar zwaardere zorg. Omdat dat nu eenmaal het protocol is.
Afgelopen januari is Marloes pas aan de beurt voor twee uur per week therapie. Door de kliniek wordt dan besloten dat haar situatie inderdaad dusdanig is verslechterd dat er een intensievere vorm van therapie moet worden ingezet. Maar voor die deeltijdtherapie is er opnieuw een wachttijd. Als Marloes in maart drie weken deze therapie heeft gevolgd, geeft haar behandelaar aan dat ook deze therapie niet genoeg is. Het eetprobleem is inmiddels te groot. Er moet worden ‘opgeschaald’ naar een klinische behandeling, vijf dagen per week in de ggz-instelling. “Dat vinden wij als ouders fijn, want de ernst van het probleem wordt tenminste ingezien. Maar tot onze schrik lopen we nu wéér tegen een wachttijd aan. Want zoals het er nu naar uitziet, kan onze dochter pas in mei opgenomen worden voor behandeling. En zo hebben we het gevoel dat we steeds achter de feiten aanlopen. Tijdens het wachten is de eetstoornis zo snel erger geworden, dat we nu maar moeten afwachten of de meest intensieve vorm van therapie haar wel zal gaan helpen.”
Wachten in het ziekenhuis
Marloes ligt nu, op advies van de ggz-instelling, op de medisch psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Ze weegt inmiddels zo weinig dat de situatie levensbedreigend is. Daar wacht ze nu de behandeling af. Haar ouders vertellen ons hoe wanhopig de situatie hen maakt. “Je voelt je een roepende in de woestijn. Onze dochter ligt nu in een ziekenhuisbed maar te wachten, zonder dat ze behandeld wordt voor haar eetstoornis. De eetstoornis krijgt steeds meer grip op haar. Inmiddels zijn mijn man en ik mantelzorgers en werken we bijna niet meer omdat we oververmoeid zijn. We kunnen niets anders doen dan wachten tot ze de juiste zorg krijgt. Maar wanneer zal dat gebeuren?”
*Marloes is een gefingeerde naam. Haar echte naam en die van haar moeder zijn bij de redactie bekend. Voorlopig willen ze anoniem blijven.