Grote distributiecentra zijn belangrijk voor de Nederlandse economie. Maar het is niet wenselijk om lukraak enorme ‘blokkendozen’ in het landschap neer te zetten, vindt Tim Beckman, CEO bij projectontwikkelaar Intospace, een van de grootste investeerders in logistiek vastgoed. “Je moet distributiecentra niet wegduwen, maar integreren in de maatschappij.”
Handel is sinds jaar en dag belangrijk voor Nederland. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de 17e-eeuwse pakhuizen aan de Amsterdamse grachten, waar handelaren koffie, cacao en andere exportgoederen opsloegen. Deze oude opslagplekken zijn een stuk esthetischer dan de meeste megaloodsen die we vandaag de dag terugvinden in het landschap. En wat misschien nog wel belangrijker is, zo vindt Beckmann: het laat zien dat de logistiek volledig geïntegreerd was in de samenleving.
Onwenselijk
“We hebben logistiek als distributiecentra nodig in Nederland, het draagt voor 20 procent bij aan onze welvaart en het zorgt voor werkgelegenheid”, legt Beckmann uit. “Maar omdat je het geen goede plek geeft, ontstaat het er op een manier die niet wenselijk is.”
We spreken Beckmann voor ons lopend onderzoek naar de snelle uitbreiding van grote distributiehallen in Nederland. Vaak gaat het om grote, grijze magazijnen in de vorm van blokkendozen, die bijdragen aan de verrommeling, oftewel de zogenaamde ‘verdozing’ van het landschap, zo concludeerde het College van Rijksadviseurs een aantal jaar geleden in een adviesrapport.
Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Wouter Veldhuis riep onlangs op tot een bevriezing van gronduitgifte voor de zogenaamde XXL-distributiecentra die groter zijn dan 50 duizend vierkante meter. Volgens hem groeien dit soort loodsen in zo’n rap tempo, dat een periode van bezinning nu noodzakelijk is.
Niet wegduwen
Hoewel Beckmann het goed vindt dat er discussie over is, denkt hij niet dat een stop op de uitbreiding van megaloodsen de oplossing is. “Je doet de economie geen goed”, zegt Beckmann van Intospace dat volop investeert in logistiek vastgoed. “Logistiek moeten we niet wegduwen, we hebben het nodig voor de economie. Maar wel moeten wel slimmer met de ruimte omgaan en het beter integreren in de maatschappij.” Zijn oproep aan de overheid is dan ook: “Ga beleid vormen, stel eisen. Maar stop de distributiecentra niet weg.”
Als voorbeeld haalt hij Brainport Eindhoven aan. “Dit is veel meer dan een paar grote gebouwen bij elkaar, dit is een samenwerkingsverband van de hightechindustrie, internationale bedrijven, jonge startups, overheid en onderwijs. Er is veel kennisuitwisseling en de maatschappelijke meerwaarde is groot.”
Het moet meer bieden dan alleen de functie van een groot gebouw
Beckmann heeft ook plannen om betaalbare woningbouw te integreren bij een nieuw distributiecentrum in de stad, of om zonne-energie op te wekken op daken van distributiecentra en zo duurzame energie te leveren. “Het moet meer bieden dan alleen de functie van een groot gebouw”, betoogt hij.
Online shoppen
Maar juist over de grootte van zo’n loods klagen omwonenden van distributiecentra vaak, sommige loodsen zijn wel 15 tot 25 meter hoog waardoor het veel zonlicht wegneemt en enorm in het oog springt in het landschap. Beckmann begrijpt de bezwaren, maar het mooier maken en beter integreren van de loodsen zou wellicht al een handje helpen.
Maar uiteindelijk is het ook de consument die volgens hem vraagt om het aanleggen van voorraden in de opslag. “We willen online shoppen, onze pakketjes snel bezorgd hebben. Dat vraagt om grootschalige logistiek”, aldus Beckmann. ”We hebben onze winkelruimten deels ingewisseld voor pakhuizen.”