Jongeren drinken minder alcohol dan 20 jaar geleden. Waar maken gezondheidsdeskundigen zich dan nog druk over? Het gaat de goede kant op. Of toch niet?
Drank als maatschappelijk probleem is niks nieuws. Al sinds de industrialisatie worstelen we in meer of mindere mate met alcohol. In de negentiende eeuw was het probleem vooral dat arbeiders hun loon verzopen in de kroeg en er geen geld meer overbleef voor eten. Tegenwoordig zitten de zorgen bij ziektes, ongelukken en andere ellende die uit problematisch drankgebruik voortvloeit.
Wat is problematisch?
Maar wanneer is drankgebruik dan problematisch? Het is tenslotte ook heel normaal en maatschappelijk geaccepteerd om ‘s avonds of in het weekend een glas wijn te drinken? Nou, een probleem is bijvoorbeeld dat 9 procent van de zwangere vrouwen alcohol drinkt, lezen we in het Nationaal Preventieakkoord (NPA) waarin de overheid en zeventig maatschappelijke organisaties in 2018 afspraken hebben vastgelegd over het terugdringen van alcoholgebruik. En ook het grote aantal Nederlanders, bijna 1 op de 10, dat overmatig drinkt (meer dan 21 glazen alcohol per week voor mannen of meer dan 14 voor vrouwen) vinden deskundigen niet oké, zien we in het NPA. Maar het grootste probleem lijkt toch wel het feit dat veel kinderen drinken; maar liefst 45 procent van de 12 tot 16-jarige scholieren heeft al eens alcohol gedronken.
STIVA: ‘Alcoholconsumptie jongeren spectaculair gedaald’
Voor ons onderzoek naar gezond opgroeien praten we over alcohol met gezondheidsdeskundigen, jongeren, influencers en producenten van alcohol. Die laatste spreken we in de vorm van de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (STIVA), oftewel: de alcoholindustrie. Zij vertellen ons dat zij blij zijn dat jongeren steeds minder gaan drinken. Directeur Peter de Wolf van de STIVA: “Je ziet dat het consumeren door jongeren steeds later begint en dat jongeren minder drinken. Dat is de afgelopen 20 jaar behoorlijk spectaculair gedaald.”
Dat klinkt hartstikke goed. En inderdaad zien we in de Trimboscijfers dat de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken van 12,3 jaar (!) in 1999 omhoog is gegaan naar 13,3 jaar in 2019. Ook is het aantal jongeren dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken van ruim de helft in 1999 gegaan naar ruim een kwart in 2019. En zelfs het binge-drinken (5 glazen of meer) is gehalveerd; in 2019 deed nog ‘maar’ 18,5 procent van de jongeren dat.
Trends in alcoholgebruik
Waar maken gezondheidsdeskundigen zich dan toch zo druk over? Het gaat toch de goede kant op? “Nou, er gaan nog minstens zes kinderen per jaar dood aan alcoholintoxicatie. We hadden een meisje dat gestikt is in haar eigen braaksel en een jongen die is verdronken in 20 centimeter water.” Aan het woord is Nico van der Lely, kinderarts bij het Reinier de Graaf-ziekenhuis, sinds kort hoogleraar in België én de man achter de twaalf alcoholpoli’s voor jongeren die Nederland inmiddels rijk is. “Kinderen die ik binnenkrijg bij de eerste hulp zijn vaak in coma ergens gevonden door een passant of politieagent. Onderkoeld en met een veel te lage bloeddruk. De politie brengt ze dan naar het ziekenhuis waar wij ze aan het infuus leggen, maar de hersenschade is er dan al. Daarnaast heeft 1 op de 4 secundair letsel zoals een gebroken arm of wond aan hun hoofd.”
Van bier naar sterke drank
Ook de dalende gebruikscijfers verdienen wat nuance, zegt Van Hasselt van het Trimbos. “Het is maar net welke periode je onder de loep neemt. Het drankgebruik van jongeren volgen we nog niet zolang, pas sinds de jaren ‘80, en dan zien we een grote toename in gebruik. De piek zit rond 2003. Daarna nam het gebruik inderdaad af, maar sinds 2015 stabiliseert het. Binge-drinken lijkt de laatste jaren zelfs weer iets toegenomen.” Niet alleen hoeveel, maar ook wát ze drinken speelt een belangrijke rol voor hun gezondheid. Kinderarts Van der Lely: “Vroeger dronken jongeren bier, maar nu is het vaak sterke drank. Dat heeft hele andere effecten. Als je een paar glazen bier drinkt, sta je dat zo weer ergens uit te plassen. Met sterke drank schiet je promillage veel sneller omhoog.”
Extra ingewikkeld is dat jongeren zelf vaak niet in de gaten hebben dat ze dronken worden, zoals bij volwassenen wel het geval is. Van der Lely: “Volwassenen gaan eerst zwalken. Maar jongeren gaan in een keer out. Dat vertellen ze me ook: ik stapte op mijn fiets en viel ineens om. En dan zie ik in het ziekenhuis natuurlijk alleen maar het puntje van de ijsberg. Het is ook schadelijk als je 2 keer per week veel drinkt en net niet omvalt.”
Glas wijn op oma’s verjaardag
En daar zit het probleem met de Nederlandse drinkcultuur, legt Van der Lely uit: “Een keer een aangelengd glas wijn als oma jarig is, zoals veertienjarigen dat in Italië krijgen, is niet schadelijk. Het wordt pas schadelijk als je veel drinkt, vaak drinkt èn op jonge leeftijd drinkt.” En dat is juist wat Nederlandse jongeren doen? “We moeten dus veel meer doen aan het veranderen van onze drinkcultuur.”
Daarbij gaat het niet alleen om de drinkcultuur van jongeren; ook de gezondheid van volwassenen lijdt onder alcohol. “Als je als vrouw elke dag een glas rode wijn drinkt dan stijgt je kans op borstkanker met 12 procent,” zegt Van der Lely. “Drink je er twee dan is het 24 procent. We zien nu het aantal borstkankergevallen stijgen en dat wordt nog veel meer. Waarom weet niemand dat? Ik zie het als mijn taak om de kennis uit de ziekenhuizen in de maatschappij te delen.”
Veranderen is lastig, want de manier waarop Nederlanders met drank omgaan is ook gewoon een bedrijfsmodel, meent Van der Lely. “Onze drinkcultuur is geen toeval. Alcohol is overal waar kinderen komen: thuis, op sociale media, bij de sportclubs die het geld nodig hebben om hun vereniging draaiende te houden. En de boodschap die wordt overgebracht sluit helemaal aan bij de belevingswereld van jongeren. Live life to the max: alcohol is stoer en gaaf.”
Alcoholproducenten: ‘Wij richten ons niet op 18-minners’
Kunnen ouders daar niet wat aan doen? Die lijken het vaak ook normaal te vinden dat hun pubers drinken. Dat deden zij immers ook. Van der Lely: “Ouders gaan nog uit van bier. Dat is wat zij vroeger dronken, maar nu drinken jongeren dus drankjes met een hoger alcoholpercentage. Bovendien zien ze het online veel meer. Die hele generatie staat bloot aan video’s en reclameboodschappen waarin alcohol wordt aangeprezen en we beschermen ze veel te weinig.”
Volgens STIVA-directeur Peter de Wolf ligt het niet aan de alcoholproducenten dat jongeren bijvoorbeeld op sociale media alcohol zien en het normaal vinden om te drinken. Adverteerders willen zich niet richten op 18-minners, mogen dat niet en hebben dat ook zo vastgelegd in hun codes. Daarnaast is het vanuit economisch motief volgens De Wolf ook niet interessant: “Marketingbudget ga je niet over de balk gooien van: nou, ik schiet met hagel op 13- tot 15-jarigen. Dat doen merken veel gerichter op mensen waarvan je weet dat ze vaker in het uitgaansleven komen.“
De Wolf geeft aan dat ze als sector al veel verder zijn: zij promoten echt niet dat drinken tof is voor jongeren. “Wij zijn voor verantwoord alcoholgebruik. Daarom hebben we ons bijvoorbeeld ook uitgesproken tegen een programma als Oh Oh Cherso, waarin het overmatige wordt gepromoot en verheerlijkt.” De sector ziet volgens De Wolf de drinkcultuur op sociale media-platforms waar juist jongeren zitten, dan ook graag veranderen: “Wij zijn met de platforms in gesprek om ervoor te zorgen dat onwenselijke content verdwijnt.”