Voor mensen met zware psychische problemen is het vaak een behoorlijke zoektocht om een kliniek te vinden die je in behandeling wil nemen, ziet hoogleraar psychiatrie Jim van Os. “Bij de eerste hulp in het ziekenhuis kijkt men naar: ‘hoe ernstig is het?’. En de ernstigste patiënt wordt het eerst geholpen. In de ggz werkt het eigenlijk andersom.”
Dat patiënten in de ggz soms jaren op de wachtlijst staan voordat ze aan de beurt zijn voor een behandeling, is geen nieuws. Al jaren vragen patiënten aandacht voor de nijpende situatie in de geestelijke gezondheidszorg. Maar er is ook een groep patiënten komt die niet eens op een wachtlijst terecht komt. Zij worden constant afgewezen voor een behandeling omdat ze als ‘te complex’ bestempeld worden.
Zo ook Nina (24). Ze zoekt een therapie voor haar zware psychische problemen, maar doordat ze meerdere diagnoses heeft, wordt ze voor bijna elke therapie afgewezen. Bij een therapie voor haar persoonlijkheidsstoornis wordt ze naar huis gestuurd, want eerst zou ze moeten werken aan haar conversieaanvallen (psychische aandoening waardoor Nina soms haar bewustzijn verliest, red.). Maar voor een therapie voor conversieaanvallen wordt ze afgewezen, want haar problemen zijn zo complex dat ze er een andere therapie naast moet volgen. Alleen is Nina bij deze therapie óók niet welkom: de behandelaren vinden haar te ‘crisisgevoelig’. Inmiddels zit ze in een uitzichtloze situatie en haar psychische gesteldheid gaat steeds verder achteruit.
Het is wat hoogleraar psychiatrie Jim van Os vaker ziet in de ggz. "Daar wordt gekeken: ‘welke specifieke diagnose heeft iemand?’. En alleen als die specifieke diagnose geldt, dan wordt die persoon geholpen.”
Volgens Van Os leidt dit ertoe dat de patiënten die de hulp het hardst nodig hebben het langst moeten wachten op therapie. “De rechtvaardiging daarvoor is dat men zegt: ‘Ja, maar wij zijn heel specialistisch’. Maar eigenlijk is ‘specialistisch’ in de ggz een ander woord geworden voor: ‘We willen alleen eenvoudige dingen doen’.”
Leugentje om bestwil voor behandeling
Huisartsen moeten daarom vaak leuren met hun patiënten langs verschillende instellingen. Als patiënten worden afgewezen voor een behandeling, worden ze weer teruggestuurd naar de huisarts, en moeten zij weer op zoek naar een nieuwe behandeling.
Eén van die huisartsen is Henk Kole. Soms, geeft huisarts Kole toe, moet hij ‘dingen iets anders voorspiegelen om patiënten aangemeld te krijgen voor een behandeling. “Die andere diagnose probeer je dan wat te verminderen. Dan lukt het soms wel.” Een normale gang van zaken is dat natuurlijk niet.
Selecteren
Volgens hoogleraar psychiatrie Jim van Os gaat er op dit moment in de ggz te veel aandacht naar de relatief simpele psychische problemen, en worden de mensen met de zwaarste problematiek over het hoofd gezien. Hij vertelt dat 20 procent van de Nederlanders psychische problemen ervaart, maar dat de ggz maar capaciteit heeft om 8 procent te behandelen.
Instellingen moeten dus selecteren welke patiënten ze wel en niet toelaten. Volgens Van Os is het financieel te aantrekkelijk om dan te kiezen voor de groep patiënten die het makkelijkst te behandelen is. Complexe patiënten hebben meer behandeling nodig en zijn daarom voor veel ggz-instellingen een verliespost. Van Os ziet dat er de laatste jaren veel commercieel ingestelde klinieken bijgekomen zijn die zich puur richten op het oplossen van relatief lichte psychische problemen.
Financiële prikkel
Journalist en ervaringsdeskundige Charlotte Bouwman voerde begin vorig jaar actie voor de lange wachtlijsten. Zittend op de grond van het ministerie van Volksgezond werd ze hét gezicht van de wachtende patiënt in de psychiatrie. Ook zij werd regelmatig afgewezen voor behandelingen omdat ze als ‘te complex’ werd gezien. Ze erkent dat het voor klinieken financieel onaantrekkelijk is om haar in behandeling te nemen.
“Veel behandelingen pakten bij mij niet de kern aan, maar één onderdeel. Ik had meer nodig: opnames, crisiszorg en vaak bellen. De zorg die ik vraag is duurder dan dat ze van een verzekeraar krijgen. Mensen zoals ik willen ze dan liever niet, omdat ik niet in een van hun pakketten pas”, aldus Bouwman.
De actie van Charlotte Bouwman zorgde ervoor dat de problemen van patiënten met complexe problematiek ook politiek op de agenda kwamen. Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) vroeg Zorgverzekeraars Nederland en belangenorganisatie de Nederlandse ggz een plan van aanpak te schrijven om mensen met een hoogcomplexe zorgvraag beter te helpen. Door hen is een inschatting gemaakt dat zo’n 250-330 patiënten met ernstige problematiek voor een maatwerkaanpak in aanmerking komen. 1 april 2020 werd gestart met een landelijk netwerk van zorgaanbieders en zorgverzekeraars die voor een passend behandelaanbod moeten zorgen voor hoogcomplexe patiënten. Patiëntenorganisatie MIND denkt op basis van de signalen die zij ontvangt, dat er veel meer schrijnende gevallen zijn.
Zwaarste problematiek
Volgens Van Os is het zorgwekkend dat patiënten als Nina en Charlotte nu niet geholpen worden, omdat het hebben van meerdere diagnoses juist een indicatie is van hoe slecht iemands situatie kan worden. “Een patiënt kan bijvoorbeeld een combinatie hebben van verslaving en psychose, en ook nog ergens in het autismespectrum zitten. Daarnaast kan hij soms wat agressief gedrag hebben en suïcidaal zijn. Als je zo’n combinatie hebt, dan is het heel moeilijk om aan zorg te komen. Maar laten dat nou ook net de dingen zijn die maken dat er hoge risico’s zijn op zelfbeschadiging.”
“En dat is het meest tragische. Dat het gaat over die moeilijke groep, die dus een heel hoog risico heeft op allerlei ernstige complicaties, met gevaar voor zichzelf en sociale ontwrichting. En niemand zorgt ervoor dat de mensen die er het ernstigst aan toe zijn voorrang krijgen.”
Uitzending
Waarom is het zo lastig om zorg te krijgen als je complexe psychische problemen hebt? En hoe kunnen we dit oplossen? Kijk maandagavond naar onze uitzending over hokjesdenken in de psychiatrie. Om 22.15 uur op NPO2.