“Tegenover mijn middelbare school zat de Jumbo. Tussen twaalf en één, tijdens de tussenuren, waren de frikandelbroodjes twee voor één euro. Tja, dan at ik mijn boterham niet op, maar deed ik ook mee met de rest. Het is kuddegedrag.” Aldus journalist Aäron Loupatty die we spreken voor ons onderzoek Vet!
Loupatty maakte de podcast ‘Met afvallen en opstaan’ voor BNR Nieuwsradio over zijn strijd om van zijn morbide obesitas af te komen. We vragen hem naar zijn herinneringen over zijn opvoeding. Hoe moeilijk was het voor hem om gezond op te groeien?
Aäron groeit op in Winterswijk en gaat naar de middelbare school in Aalten. Vanaf zijn achtste jaar beseft hij dat hij te dik is. “Ik was een emotie-eter. Ik at ook veel stiekem. Dan struinde ik de keukenkastjes af naar lekkere dingen en die verstopte ik in mijn slaapkamer. Overal had ik wel iets verstopt. Achter in de kast tot onder mijn bed.”
Morbide obesitas
Wisten je ouders hiervan? Ze moeten dit toch gemerkt hebben? Aäron: ”Mijn moeder was huisvrouw en mijn vader werkte buitenshuis. Het was de traditionele rolverdeling. Mijn moeder had het echt wel in de gaten. Ze merkte dat ik geobsedeerd werd door eten en dat probeerde ze juist weer tegen te gaan door te hameren op gezond voedsel en niet te veel eten.”
Aäron vertelt dat aan zijn vaders kant verschillende familieleden lijden aan obesitas. Ook zijn vader heeft morbide obesitas. “Hoge bloeddruk, diabetes, hartfalen. Deze gezondheidsklachten baarden mijn moeder grote zorgen”, vertelt hij. Zijn moeder zorgde wel voor structuur in het eten maar dat ging mis toen zijn ouders gingen scheiden.
Stress
Aäron: “Helaas liep de scheiding uit op een vechtscheiding. Er was veel stress en spanning. Op mijn elfde ging ik bij mijn vader wonen. Hij had niet veel kaas gegeten van een goed eetpatroon. Hij kookte wel maar ik mocht ook ongelimiteerd koekjes en chips eten. Hij lette daar helemaal niet op.”
Door de vechtscheiding gaat het niet goed met zijn moeder. Ze verbreekt het contact met Aäron. “Ze was psychisch niet in orde en moest tot zichzelf komen”, legt Aäron uit. Zodra het beter zou gaan, zou ze weer bellen. “Ik heb jaren niets meer van haar gehoord.” In de derde klas van de middelbare school zoekt Aäron contact met zijn moeder. Inmiddels is hij dan al over de honderd kilo. Aäron: “Ik weet wel nog wel dat ze mij nooit durfde aan te kijken. Misschien vond ze het zielig hoe ik was geworden. Dat ze ervan baalde dat ik er zo uit zag.”
Podcast
In de podcast vertelt de tweeëntwintig-jarige journalist Aäron dat hij anderhalf jaar geleden de knop om heeft gezet. Hij wil af van zijn inmiddels 150 kilo wegende lichaam en hij wil tevreden zijn met wie hij is. Hij interviewt voor zijn podcast wetenschappers en artsen. Zo vindt hij de weg naar een gezonder leefpatroon. Inmiddels weegt hij 90 kilo. Aäron: “Bizar dat ik nu net zoveel weeg als toen ik in de brugklas zat, bedenk ik me nu. Die tijd dat ik die frikandelbroodjes ging kopen.”
De weegschaal
Is er nooit iemand anders geweest die aan de bel heeft getrokken en heeft gewaarschuwd voor zijn gezondheid? “Ik weet nog goed dat ik op de basisschool naar de GGD-arts moest, vanwege mijn gewicht”, vertelt Aäron. “Ik was doodsbang. Ik moest op de weegschaal gaan staan en dan word je met je neus op de feiten gedrukt. Het was confronterend.”
De huisarts stuurt hem, samen met zijn vader, naar een diëtist. Dat zet geen zoden aan de dijk. Aäron: “We kregen een lijstje mee met eten waar punten achter stonden. Dan moest je bijhouden hoeveel punten je had gegeten iedere dag. Al snel sloop het oude patroon er weer in.” Dit was de enige hulp die Aäron ooit heeft gekregen.
Sportdagen
Hij wordt steeds dikker en bewegen gaat steeds lastiger. “Sportdagen op de middelbare school waren vreselijk. Vooral als ik wist dat we gingen zwemmen. Dan zorgde ik er wel voor dat ik de avond ervoor ziek werd.” Op de basisschool speelde hij tennis. Althans, dat was de bedoeling. Vaak verstopte Aäron zijn tennisracket. “Dan kon ik natuurlijk niet naar de les”, vertelt hij lachend.
Hoewel Aäron er goed over kan praten en er ook af en toe een grap over maakt, beseft hij heel goed hoe verschrikkelijk verdrietig hij zich heeft gevoeld. Toen hij ging studeren kwam dat gevoel heel hard aan. Hij sloot zich meer en meer op en ontwikkelde zelfs een vorm van straatvrees. Door het maken van zijn podcast, waarin hij over zijn eigen zoektocht en worsteling naar een gezonder leven vertelt, heeft hij zichzelf teruggevonden. Aäron: “Toen ik had bedacht om hierover een podcast te maken en iedereen heel enthousiast was, wilde ik ook laten zien dat ik het kon. Ik wilde niet falen. Dat heeft er mede voor gezorgd dat het gelukt is.”
Kind heeft geen schuld
Hoe lastig is het voor kinderen om gezond op te groeien? Aäron: “Een kind heeft nooit schuld. Een kind heeft geen controle. Door groepsdruk eet je mee met je vrienden en je ouders bepalen thuis wat je te eten krijgt. Als er niet veel geld is, wordt er vaker gekozen voor goedkoop en ongezond eten.”
Aäron pleit voor meer maatregelen van de overheid. Aäron: “Nog steeds mogen Happy Meals worden verkocht met een kinderspeeltje, nog steeds mogen supermarkten chips, energiedrank en saucijzenbroodjes aanbieden in de pauze van een school. Waarom niet een gezonde lunch op iedere school voor alle kinderen? Zo krijgen alle kinderen dezelfde kans.”
Verslaving
Heb jij je ouders ooit verweten dat je morbide obees bent geworden? Aäron: “Mijn vader wist niet beter. Hij kreeg geen hulp, moest mij ineens in zijn eentje opvoeden en heeft zelf een eetprobleem. Nu ik zo ben afgevallen wil ik hem graag helpen, maar het werkt niet. Hij drinkt nog steeds frisdrank. Hij zegt dat hij de smaak nodig heeft in zijn mond. Het is een verslaving, een vastgeroest patroon. Ik ben nog jong, ik heb mijn gedrag wel op tijd kunnen veranderen.”