Ruim een vijfde van de 6063 getelde dak- en thuisloze personen in 55 gemeenten is tussen de 18 en 27 jaar. Dat blijkt uit de tweede Nederlandse ETHOS-telling dak- en thuisloosheid van Hogeschool Utrecht en Kansfonds. De resultaten van de telling in de regio’s Breda, Hart van Brabant, Holland Rijnland, Westelijke mijnstreek, Gelderland-Zuid en West-Friesland komen vandaag naar buiten.
Sandra Schel, onderzoeker van het lectoraat Wonen en Welzijn van de Hogeschool Utrecht, wijst erop dat ook de groep net onder de 18 jaar groot is. “Als je ook kinderen onder de 18 erbij telt, kom je op 40 procent van alle dak- en thuisloze mensen.” Deze kinderen verblijven vaak met één of beide ouders, die bijvoorbeeld door een scheiding dakloos zijn geworden. “En de groep net erboven, tussen de 27 en 39 jaar, omvat ook nog eens een kwart van alle dak- en thuislozen”, zegt Schel. Des te ouder mensen worden, des te minder groot de groep die dakloos is.
De meeste getelde jongeren verblijven bij familie, vrienden of andere bekenden, bleek al uit een eerdere telling. Een kleiner deel verblijft in de maatschappelijke opvang en het kleinste deel op straat. Schel maakt zich zorgen om deze grotendeels onzichtbare groep jongeren. “Sowieso is iedere dak- of thuisloze persoon er één te veel”, zegt ze. “Maar dat het zoveel jongeren zijn, daar schrik ik van.”
Gebrek aan passende huisvesting
Hoe kan het dat jongeren zo’n groot deel van de dak- en thuisloze mensen vertegenwoordigen? “Er is een groot gebrek aan betaalbare en passende huisvesting”, verklaart Schel. “Ook leven veel mensen in bestaansonzekerheid, ook al werken ze. Bij jongeren lijkt dat nog vaker aan de hand dan bij ouderen.”
De onderzoekers keken ook naar specifieke aanleidingen van dak- of thuisloosheid bij jongeren. “Vaak is dat een conflict met de familie of huisgenoten, of komt het door psychische problematiek”, zegt Schel. “Verder wordt ook ontslag uit een instelling zonder passende vervolghuisvesting genoemd. Dat kan een jeugdzorginstelling zijn, een ggz-instelling, of een penitentiaire inrichting.”
Telling voor landelijk beeld
De ETHOS-telling werd vorig jaar voor het eerst uitgevoerd in de regio Noordoost-Brabant. De telling werd in het leven geroepen omdat bepaalde groepen zoals kinderen, mensen boven de 65 jaar, mensen zonder geldige verblijfspapieren en mensen in bestaande monitoring niet of onvoldoende werden meegeteld. Zij leven vaak onder de radar en blijven dus vaak onzichtbaar. Aan de telling deden dit jaar 377 telorganisaties mee. Onder andere gemeentelijke diensten, maatschappelijke opvangorganisaties, huisartsen, woningcorporaties, maatschappelijk werk en vrijwilligersinitiatieven brachten dak- en thuisloze mensen in kaart.
De tellingen van de afgelopen twee jaar bieden inzicht in dak- en thuisloosheid in Nederland, maar zijn nog niet representatief voor het hele land. In 2025 doen negen regio’s mee aan de telling, inclusief de grote steden Eindhoven, Amsterdam en Den Haag. In 2026 doen onder andere ook Rotterdam en Utrecht mee. Daarna kijken de onderzoekers of met de resultaten van alle voorgaande jaren ook een landelijk beeld kan worden geschetst.
Pointer doet onderzoek naar dak- en thuisloosheid onder jongeren. In dat kader zijn de nieuwe cijfers van de ETHOS-telling interessant. Bekijk hieronder de tv-uitzending over dakloosheid onder jongeren terug: