Lekkages, schimmel, rotte kozijnen. Huurhuizen zijn er soms beroerd aan toe, zeker in de duurdere vrije sector. Waar kun je als huurder terecht met klachten?
Met een lichte duw drukt controleur Jorg de Visser twee scherpe pennen in de muur van Merel de Vries. En meteen heeft hij beet.
“Dit is heel vochtig, zeg maar bijna nat”, zegt hij en hij wijst op het schermpje van de vochtmeter. En dankzij de meting met de pennen, een van de apparaten die hij gebruikt voor inspectie, weet hij dat het vocht van buiten komt.
“Hier kunnen we een melding van maken,” zegt hij. Al weet hij nog niet wat dan de uitkomst zal zijn. Een snel herstel, of misschien een tijdelijke korting op de huur.
Huurinspectie
Door de krappe huurmarkt hebben huurteams door het hele land werk aan slechte huizen. Huurhuizen zijn soms slecht onderhouden. En omdat er weinig te kiezen valt, kan je als huurder zo terecht komen in een woning met schimmel, lekkages, slechte ventilatie of zelfs ongedierte.
En daar kan je niet altijd veel tegen doen. In grote steden zijn huren al snel meer dan 880 euro per maand en bij die prijs valt een huurhuis in de zogeheten vrije huursector. Dan is er in de regel geen bescherming van de huurcommissie, de instantie die huurders in sociale huurwoningen wel kunnen inzetten. De huurder in de vrije sector moet in plaats daarvan problemen zelf oplossen met de huurbaas. En wanneer dat niet lukt rest alleen de kantonrechter; een dure stap.
Dit is ook aan de hand bij Merel de Vries. Haar huis in Amsterdam-Zuid heeft niet per se veel schimmel op de muren. Maar ze heeft wel last van tocht, van kou door enkelglas en van die lekkage.
De Visser, die zelf werkt voor de Amsterdamse stichting !Woon, zet een warmtecamera op de muren en ziet dat ook de isolatie tegenvalt. Hij kijkt wat vertwijfeld. “Als dit een sociale huurwoning was geweest, dan waren we zeker naar de huurcommissie gestapt,” zegt hij. “Maar nu is de drempel hoger. We gaan het er bij ons nog even over hebben,” belooft hij haar.
Een wc van minder dan 60 centimeter breed
Want wat kan iemand doen die in de vrije sector huurt? Er bestaat een ‘gebrekenboek’, waarin staat waar je huis minimaal aan moet voldoen. Zo moet de wc groot genoeg zijn, mogen er geen grote kieren in de muren zitten en kan schimmel een reden voor stevige huurkorting. Maar dat is voer voor discussie. Want komt schimmel doordat het een slecht huis is, of doordat de bewoner niet goed ventileert? Is enkelglas in je huis een gebrek? En is die verkleuring bij het plafond echt een lekkage, of toch iets anders?
Huurders komen daar niet altijd met de huurbaas uit. Dus zijn er in sommige gemeenten teams die bewoners bijstaan. Zoals stichting !Woon in Amsterdam of Mijnhuurteam in onder meer Utrecht en Rotterdam. Een rechtszaak kunnen ze meestal niet begeleiden. Maar advocaten staan wel huurders wel bij. Zij vragen soms een deel van de winst als het lukt om inderdaad de huur inderdaad te verlagen.
Huurwet Hugo de Jonge
Als huurder sta je dus niet helemaal machteloos, maar een gebrek aanvechten kan lastig zijn. Dat moet veranderen met een nieuwe wet voor middenhuur, waar woonminister Hugo de Jonge aan werkt.
Zo moet er een puntensysteem komen waardoor de meeste huurhuizen niet duurder kunnen uitvallen dan circa 1150 euro per maand, wat geldt als een middelhoge huur. Ook zouden deze huurders straks naar de huurcommissie mogen stappen als ze grote gebreken hebben aan hun huis. Dat is makkelijker dan naar de rechter gaan, en die commissie moet volgens het wetsvoorstel ook dwingend gaan oordelen. Bijvoorbeeld dat de huur lager moet, of dat de eigenaar snel gebreken moet herstellen.
Alleen: de wet is er nog niet en als deze wordt aangenomen, geldt die alleen voor nieuwe huurders. Daarom moeten huurders als Merel de Vries het nu hebben van bewonersconsulenten en juristen.
Zelf baalt ze ervan dat het nodig is. Maar ze is wel blij met de meting van de lekkage in haar muur. “Ik dacht dat ik misschien zou zeuren. Nu weet ik dat het niet zo is.”
Bekijk hieronder de uitzending 'Huurders in de knel' terug: