Gemeenten hanteren soms bijstandsregels bij het toekennen van hulp aan slachtoffers van de toeslagenaffaire. Gedupeerden die bij hun gemeente aankloppen voor hulp, kunnen dan vragen krijgen over hun vermogen of inkomen. Dat druist in tegen het karakter van de ruimhartig bedoelde herstelregeling ‘brede ondersteuning’, die moet bijdragen aan een nieuwe start. ‘Dat is zeker niet de bedoeling’, erkent demissionair staatssecretaris Toeslagen Aukje de Vries tegenover onderzoeksjournalistiek platform Pointer (KRO-NCRV).
Sinds de zomer van 2020 helpen gemeenten toeslagenslachtoffers bij het maken van een nieuwe start. Via de regeling ‘brede ondersteuning’ die binnen de Wet hersteloperatie toeslagen valt, krijgen gedupeerden bijvoorbeeld hulp bij het op orde brengen van hun financiën, het zoeken naar een woning of het betalen van een sportschoolabonnement. Het idee achter de regeling is dat gemeenten ruimhartig zijn, om zo het vertrouwen tussen het Rijk en de gedupeerden te herstellen.
Bijstandsregels
Toch passen sommige gemeenten bijstandsregels uit de Participatiewet toe om te bepalen of een gedupeerde recht heeft op brede ondersteuning. Zo wees de gemeente Schiedam de hulpvraag van gedupeerde Anuska Merhai af omdat zij ‘ervoor kiest om een inkomen te hebben dat onvoldoende is om van rond te komen’. Dat gaat in tegen het ruimhartige karakter van de regeling: voor de inzet van brede ondersteuning gelden namelijk geen vermogens- of inkomensgrenzen.
Haar klacht hierover werd na een bezwaarprocedure gegrond verklaard door de gemeente, maar door de strenge behandeling liep het vertrouwen van Merhai in de overheid opnieuw een deuk op: “Na alles wat wij hebben meegemaakt, helpt dit niet.”
Steeds weer alles moeten bewijzen, geeft mij het gevoel dat ik niet te vertrouwen ben.
Hoge bewijslast
Pointer dook de afgelopen weken in de wereld van de brede ondersteuning en sprak met tientallen gedupeerden. Daaruit ontstaat het beeld dat veel toeslagenslachtoffers zich opnieuw moeten bewijzen tegenover de overheid. Dat zegt ook Loïs Houwen, gedupeerde uit de gemeente Groningen: “Steeds weer alles moeten bewijzen, geeft mij het gevoel dat ik niet te vertrouwen ben.”
Ook de verschillen tussen gemeenten helpen vaak niet bij het terugwinnen van dit vertrouwen. Om ervoor te zorgen dat gemeenten maatwerk kunnen leveren, mogen zij van het Rijk grotendeels zelf bepalen hoe ze de brede ondersteuning uitvoeren. Zo gebruikt de gemeente Groningen in principe de Nibud-norm (de minimumnorm uit de Participatiewet) als uitgangspunt wanneer zij bijvoorbeeld een laptop vergoeden, terwijl de gemeente Hoeksche Waard de Nibud-norm gebruikelijk ‘keer anderhalf’ vergoedt.
Soms zijn de verschillen nog groter: “Door het gebrek aan landelijke regels krijg je in de ene gemeente een auto en in de andere gemeente een tweedehands fiets. Dat leidt tot wantrouwen en ongelijkheid”, waarschuwt wethouder Paul Boogaard uit Hoeksche Waard. Hij pleit dan ook voor meer duidelijkheid en regels voor het uitvoeren van de brede ondersteuning.
Ruimhartig
“Ik denk dat het voor zowel gedupeerden als voor professionals zou helpen als de Tweede Kamer meer duiding geeft aan het begrip ruimhartig”, zegt Eelke Blokker, directeur van het Instituut Publieke Waarden dat slachtoffers van de toeslagenaffaire helpt die er met de gemeente niet uitkomen. “Wat is dat ruimhartig? Tot hoever mogen we gaan? Probeer daar context aan te geven.”
“We zien dat er gemeenten zijn die terugvallen op Nibud-normen. Vooral in kleinere gemeenten zie je vaak dat de ambtenaar die de bijzondere bijstand beoordeelt, ineens ook over de brede ondersteuning gaat”, concludeert Blokker. “Maar de bijstandsnormen zijn gebaseerd op het minimum van wat je nodig hebt. De brede ondersteuning is ruimhartig bedoeld, dus wij hanteren de ‘Ikea-norm’. Dat is meer dan Nibud, maar het is ook geen Italiaans design.”
Bijstandsregels als houvast
In een schriftelijke reactie stelt de gemeente Schiedam dat ‘elke gemeente zijn eigen beleidsregels hanteert waardoor het mogelijk is dat er verschillen in de aanpak zijn’. De gemeente Groningen laat weten dat zij de Nibud-norm hanteren op advies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), maar ook maatwerk toepassen. Volgens de VNG adviseren zij gemeenten ‘de Nibud-norm te gebruiken als houvast, maar niet als vast uitgangspunt. Gemeenten bepalen vervolgens zelf wat ze vanuit de toekenning van een voorziening redelijk vinden’.
Staatssecretaris Toeslagen Aukje de Vries keurt het gebruik van bijstandsregels door het bevragen van iemands vermogen of inkomen bij de brede ondersteuning af: “Het is belangrijk om maatwerk te leveren. Maar dat is niet dezelfde aanpak als bij iemand die een bijstandsuitkering heeft.”
Bekijk hieronder de uitzending van Pointer over de brede ondersteuning terug: