Al jaren zou de Tweebosbuurt, een wijk in de beruchte Afrikaanderbuurt, een doorn in het oog van de gemeente Rotterdam zijn. Het scoort slecht op alle lijstjes: veel armoede, werkloosheid, criminaliteit. Er moest duidelijk iets gebeuren. Deze wijk in Rotterdam-Zuid moet gepimpt worden. Hip. Aantrekkelijk voor hoger opgeleiden. Veel oorspronkelijke bewoners van de Tweebosbuurt zijn al vertrokken, maar bewoners An Rook, Wim R. Leewis en Ahmed Abdillahi zijn er nog en weigeren. ‘Dit is ons thuis.’
Desolaat is het woord dat me te binnen schiet als ik door de wijk loop. Ik ben hier voor ons onderzoek Woonproblemen. Een gigantische stapel kartonnen verhuisdozen ligt op straat. Veel huizen zijn duidelijk al onbewoond. IJzeren platen zijn tegen de ramen getimmerd. Op sommige prijken uitbundige tekeningen van graffitikunstenaars. An: ‘Dat doen ze dan om de boel op te leuken, maar voor mij is het alleen maar een kenmerk van een sloopbuurt.’ Achter sommige ramen hangt een poster: ‘Wij wonen hier goed! Sloop ons niet! Wij blijven.’
Strijd
In juli 2018 viel er een brief bij 543 woningen in de Tweebosbuurt op de mat. Er zou gesloopt gaan worden en de bewoners hadden een jaar de tijd om te vertrekken. Ervoor in de plaats zouden 470 nieuwe en gerenoveerde woningen komen, vooral duurdere huur en koop. Wim: ‘Terwijl, dit is absoluut geen gebrekkige woning. Het is goed geïsoleerd. We hebben energielabel c.’ Voor An en Wim was direct duidelijk dat ze nooit zouden vertrekken. Maar in de afgelopen anderhalf jaar zagen ze, tot hun grote teleurstelling, de ene na de andere bewoner wel weggaan.
Bewoners bang
Wim en An zitten samen met Ahmed en nog zeven andere bewoners in een bewonerscommissie. Ze hebben geprobeerd de buurt te mobiliseren. ‘We hebben nieuwsberichten verspreid en weet ik niet hoeveel vergaderingen gehouden,’ vertelt An. ‘Maar bij veel bewoners kwam de boodschap niet aan. Die waren vooral bang en kennen hun rechten niet.’ Inmiddels zijn er nog maar 130 bewoners ‘over’. In sommige verlaten huurwoningen zitten tijdelijke huurders, maar veel huizen staan ook gewoon leeg. ‘Er zijn mensen van Vestia op huisbezoek gegaan om mensen ervan te overtuigen te vertrekken en een vervangende woonruimte aan te nemen. Een oudere man hier vlakbij, kon de druk niet meer aan. De huisarts en zijn kinderen hadden gezegd: ‘Ga de strijd maar niet aan, dat is niet goed voor je.’ Die heeft toen een ander huis geaccepteerd. Een andere buurman was zo bang geworden van de berichten, die had bij wijze van spreken het gevoel dat de sloopkogel al voor zijn raam hing. Anderen spreken de Nederlandse taal niet goed of zijn zwakbegaafd en hebben getekend voor het opzeggen van hun huur, puur uit onwetendheid.’
Uitspraak rechter
Sinds 10 januari is alles in een ander perspectief komen staan. Zeventien bewoners, onder wie An en Wim, haalden hun gelijk bij de rechter. Ze waren gedagvaard door hun woningcorporatie Vestia. In september was er al een uitspraak in eenzelfde zaak tegen elf andere bewoners. Toen kreeg Vestia gelijk van de rechter. Daarom kwam deze uitspraak als een verrassing voor alle bewoners en belanghebbenden. Maar als je de uitspraak leest is het duidelijk: daarin stelt de rechter dat er geen motieven van financiële of bouwkundige aard zijn om te slopen. Wim: ‘Ze stelden dat de fundering niet goed was, terwijl dat helemaal niet aangetoond is. Bovendien is dit blok in 1984 nog grondig gerenoveerd.’
Ook een sociaal-maatschappelijk motief van Vestia werd door de rechter als onvoldoende bewezen geacht. An: ‘Ze willen gewoon niet al die arme mensen in deze wijk.’ Wim en An moeten lachen als ze vertellen over hoe er in de buurt pogingen zijn gedaan om de Pretorialaan te verhippen. ‘Koffietentjes, winkeltjes met zelfgemaakte jam, pop-op stores of zoiets. De meeste zijn alweer vertrokken, omdat er te weinig vraag naar was. Alsof de bewoners hier dat kunnen betalen. Dat verhippen lukt dus nog niet echt.’
‘Dit is mijn thuis’
Ahmed wacht nog op een dagvaarding van Vestia, maar hij wil sowieso kosten wat het kost blijven: ‘Dit is mijn leefwereld. Mijn thuis. Bovendien woon ik hier vlakbij mijn werk als postbezorger. Ik heb kennissen die moesten verhuizen en die staan nu uren in de file voor hun werk, omdat ze buiten Rotterdam zijn gaan wonen. Dat ga ik dus niet doen.’
Alweer 45 jaar geleden kwamen Wim en An in de Tweebosbuurt wonen om een gezondheidscentrum op te richten. ‘Er waren geen huisartsen in de arbeidersbuurten, die zaten allemaal op dure locaties. Dus dan moesten de bewoners ver reizen voor een dokter.’ In al die jaren bouwden ze hier hun leven op, kregen een zoon, die hier naar school ging en vriendjes maakte en ook nog steeds in Rotterdam-Zuid woont, nu met zijn eigen gezin. Het echtpaar gaat met veel plezier naar de tweewekelijkse markt op het Afrikaanderplein. ‘Wij willen hier absoluut niet weg,’ vertelt Wim. ‘Bovendien wordt door die vernieuwing de huur straks veel hoger. Tegenwoordig valt het lage segment tussen de 640 en 711 euro. Dat is voor veel mensen hier veel geld. Nu betalen huurders gemiddeld 450 euro.’
Spookbuurt
Inmiddels hebben alle tijdelijke huurders ook een brief gekregen dat ze de woning eind maart moeten verlaten. Ahmed vindt het geen prettig gevoel. ‘Als ik nu door de buurt loop en al die dichtgespijkerde ramen zie, voelt het alsof het doek al is gevallen. Ik word er niet blij van. Het wordt echt een soort spookbuurt. Het is allemaal ontmoedigingsbeleid, want het wordt steeds onaantrekkelijker om hier te blijven.’
Komende week togen de bewoners naar het stadhuis. De oppositiepartijen hebben naar aanleiding van de uitspraak van de rechter een spoeddebat aangevraagd. Wim, An en Ahmed zitten dan op de publiekstribune en houden hun hart vast. Want, de uitspraak van de rechter was een aangename verrassing, maar ze zijn nog niet gerust op de toekomst.
Reactie Vestia
'Wij begrijpen heel goed dat het moeten verhuizen bij veel bewoners heftige emoties oproept. Het is ingrijpend wanneer je je vertrouwde buurt moet verlaten,' mailt Liesbeth Timmermans, de woordvoerder van Vestia ons, als wij de verhalen van de bewoners aan hen voorleggen. De woningcorporatie geeft aan wel verrast te zijn door de uitspraak van de rechter. Vestia beraadt zich nog op vervolgstappen.