Na een felle strijd tegen de kap van bomen in het Limburgse Sterrebos en een akkoord over extra miljoenen voor natuurcompensatie, ging begin dit jaar de zaag in zo’n 8 hectare bos voor de uitbreiding van autofabriek VDL Nedcar. Vleermuiskasten en andere maatregelen moeten het natuurverlies compenseren, maar of die maatregelen ook effectief zijn, is nog maar de vraag.
De natuurcompensatie voor het gekapte bos bestaat uit een breed pakket aan maatregelen, zoals de aanplant van nieuw bos, het plaatsen van nestkasten voor bosuilen, de aanleg van nieuwe leefgebieden voor bevers en kerkuilen en van kunstmatige dassenburchten.
Op papier worden compensatiemaatregelen voor natuurverlies vaak wel goed vastgelegd, maar in de praktijk werken die niet altijd, vertelt Raoul Beunen, universitair hoofdocent Omgevingsbeleid aan de Open Universiteit. We spreken hem voor ons onderzoek ‘Bouwen in beschermde natuur’.
Beunen: “Het Sterrebos is daarvan een goed voorbeeld. Daar hebben ze ter compensatie van oude nestbomen palen neergezet met vleermuiskasten. Of dat werkt is maar de vraag, want de vleermuizen die in de oude bomen in dat bos zaten, gaan waarschijnlijk niet snel op een losstaande paal in een open vlakte zitten. Misschien heeft dat er op papier nog best goed uitgezien, maar in de praktijk is het geen compensatie voor de natuurwaarden die verloren zijn gegaan."
Nestkasten
Bouwen in of bij beschermde natuurgebieden mag niet zomaar. Blijkt uit natuuronderzoek dat er schadelijke effecten te verwachten zijn op beschermde natuur of op beschermde diersoorten, dan is een ontheffing (toestemming) van de provincie nodig. Beunen: “Het is belangrijk dat wordt aangetoond dat de populatie van een beschermde soort niet achteruitgaat en de kwaliteit van het leefgebied behouden blijft.”
Als natuurverlies niet te voorkomen is, moeten compenserende maatregelen worden genomen die worden vastgelegd in een natuurcompensatieplan. “Zitten er bijvoorbeeld huismussen of vleermuizen onder het dak of vleermuizen in de spouw, dan moet je kijken of je op een of andere manier maatregelen kunt nemen om die soorten een nieuwe leef- of rustplek te geven, bijvoorbeeld door nestkasten op te hangen.”
Werkt natuurcompensatie in de praktijk?
Beunen: ”Ik denk dat dat heel erg uiteenlopend is. Verschillende rekenkamers hebben onderzocht of compensatiemaatregelen op de juiste manier waren gerealiseerd en of ze ook werken in de praktijk. Die onderzoeken laten zien dat er wel aandacht is voor natuurcompensatie, maar dat het toezicht op de realisatie niet altijd op orde is.” Dat blijkt ook uit een rapport (2019) van de Rekenkamer Oost-Nederland over natuurcompensatie in de provincie Overijssel. Daarin werd geconcludeerd: “De Rekenkamer heeft in het veld gekeken naar de daadwerkelijke realisatie van deze nieuwe compensatienatuur. Daarbij viel op dat de compensatie niet altijd volledig is uitgevoerd of dat de kwaliteit van de gerealiseerde natuur niet hoog genoeg is.”
Een belangrijk punt bij compensatie van natuurverlies is ook het verschil tussen de regels en de praktijk. Beunen: “Ik denk dat de regels op papier op zich helder zijn, maar we zijn er met elkaar heel goed in geworden om flexibel met die regels om te gaan en om creatief te redeneren dat het wel meevalt met die negatieve effecten op de natuur.” Ook is de uitvoering van compensatie nog wel eens een sluitpost die onvoldoende aandacht krijgt. “Er zijn zonder twijfel goede voorbeelden van natuurcompensatie, maar ook situaties waarbij het verlies aan natuur niet of onvoldoende is gecompenseerd.”