Honderden personen zijn maandelijks het slachtoffer van exposing: het ongevraagd verspreiden van naaktbeelden op sociale media. In chatgroepen zoals Telegram worden duizenden foto’s en video’s verspreid van onder andere minderjarige meisjes. De tienduizenden leden in die groepen verspreiden ook ruim honderd telefoonnummers van expose-slachtoffers. Dat blijkt uit een analyse van Pointer van chats op het sociale medium Telegram.
De deelnemers van deze chatgroepen proberen vaak te achterhalen welk meisje op de intieme beelden staat. Ze vallen het slachtoffer daarna lastig via Instagram, Snapchat of hun telefoonnummer. Ze proberen seksafspraken te maken, of sturen aan de lopende band beledigingen. Zodra naaktbeelden in zulke grote groepen zijn verspreid, is het nagenoeg onmogelijk om ze nog verwijderd te krijgen.
Pointer heeft een maand lang vier grote Nederlandstalige expose-chats op Telegram in de gaten gehouden. In die periode zijn 200 duizend berichten verstuurd, waaronder 2.463 video’s en 3.718 afbeeldingen. Daarnaast zijn 137 telefoonnummers van expose-slachtoffers in de groep geplaatst, met als doel om deze personen lastig te vallen.
Dat komt neer op vier personen per dag, maar het werkelijke aantal slachtoffers ligt waarschijnlijk nog vele malen hoger. Daarvoor moet je de beelden bekijken en unieke personen identificeren. Dat doen wij niet, omdat het in veel gevallen om minderjarigen gaat. Het beeldmateriaal is daarmee kinderporno.
We hebben Telegram gevraagd naar hun beleid over exposing. Zijn deze groepen zomaar toegestaan? En waarom kunnen zulke grote groepen online blijven staan? Het platform heeft tot op heden geen antwoord gegeven.
AP kan Telegram niet aanspreken
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) laat in een reactie weten dat slachtoffers een klacht kunnen indienen bij de AP. De toezichthouder zegt bevoegd te zijn om de verantwoordelijken voor het delen van naaktbeelden aan te spreken en te beboeten. "Dat is degene die het filmpje deelt, en eventueel de beheerder van de groep waarin de beelden worden gedeeld. De AP kan Telegram in dit geval niet aanspreken."
Maar de AP raadt slachtoffers vooral aan aangifte te doen bij de politie. "Waar het om beelden van minderjarigen gaat is dat kinderporno. Aangifte doen bij de politie ligt dan het meest voor de hand, gelet op het feit dat het een misdrijf betreft. De politie beschikt bovendien over meer onderzoeksbevoegdheden dan de AP." De toezichthouder zegt zelf over onvoldoende specialisten te beschikken voor de behandeling van dit soort zaken en er zou ook geen budget voor zijn.
Verschillende soorten daders
De groep van daders is divers, zegt Sara Dekker van de Phoenix Sisters, een organisatie die voorlichting geeft en helpt bij verwerking voor slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De daders zijn in een aantal gevallen minderjarige jongens. "En ik denk dat die niet altijd doorhebben welke gevolgen hun actie heeft voor een ander."
Maar er zijn volgens haar ook veel 'boze jongens'. "En die zijn op zoek naar dingen om zoveel mogelijk leed te veroorzaken. Ze zijn boos op de wereld en hun eigen situatie, en reageren dat af."
Daarnaast gaat het ook om meisjes die – net als bij pestgedrag – een ander exposen om zelf geen potentieel slachtoffer te worden. "Als ze als een slet of hoer wordt gezien, dan is de aandacht niet op mij gericht", is volgens Sara de gedachtegang van deze meiden. En de suggestie dat iemand zich zo gedraagt, is al voldoende. En beeldmateriaal hoeft niet per se naakt te zijn: het kan ook gaan om een moslimmeisje dat geen hoofddoek draagt, of een foto van een jongen waarvan wordt gesuggereerd dat hij op jongens valt.
Waar de Autoriteit Persoonsgegevens slachtoffers van exposing aanmoedigt aangifte te doen bij de politie blijkt dat de politie hier zelf niet altijd op zit te wachten. Uit eerder onderzoek van Pointer en De Balie Live Journalism bleek dat de politie slachtoffers juist ontmoedigt om aangifte te doen. In een maandelijkse online chat waar slachtoffer vrijblijvend vragen kunnen stellen over de verspreiding van hun naaktbeelden, stelt de politie dat 'de oorsprong van de fout ligt bij de persoon die de naaktfoto’s maakt; die had dat niet moeten doen.'
"Slachtoffers zijn nooit schuldig. Ze zijn in die zin geen onderdeel van het probleem", stelt Arda Gerkens, directeur van het Expertisecentrum Online Kindermisbruik (EOKM). In een radioreportage van Pointer zegt zij dat deze beelden in goed vertrouwen worden gemaakt. En dat vertrouwen is door iemand anders misbruikt. Dat de politie zich op de slachtoffers richt, is volgens haar de verkeerde aanpak. "Dat is vervelend, dan is er sprake van victim blaming."
In een reactie liet de politie weten dat "het nooit onze bedoeling (is geweest, red.) slachtoffers of hun aanverwanten op enige wijze het gevoel te geven dat wij hen verwijten, schuldig of medeschuldig te zijn aan het verspreiden van naaktafbeeldingen." Ook stelde de politie lessen te trekken die zij op korte termijn zouden delen met alle betrokken collega’s.