Voor ons onderzoek Jong en psychisch in de knel spreken we met Britt en haar moeder Wilma. Tijdens de coronapandemie ontwikkelt Britt (19) een eetstoornis. Vorig jaar juni trekken moeder en dochter aan de bel bij de huisarts, omdat het niet goed gaat met Britt. Nadat ze 5 maanden op een intake-gesprek bij een ggz-instelling moest wachten, kan ze daar uiteindelijk toch niet geholpen worden. En 10 maanden na het eerste contact met de huisarts is Britt nog steeds niet in behandeling voor haar eetstoornis.
Britt en haar moeder vertellen ons over de frustrerende zoektocht die hun leven is gaan beheersen. “Je denkt: ‘Nu is de hulp er. Nu gaat het goed komen’. Maar dan hoor je na 5 maanden dat ze haar toch niet kunnen helpen.” Het probleem is volgens moeder Wilma niet alleen het lange wachten, maar ook het niet weten waar Britt de zorg kan krijgen die haar hopelijk beter kan maken.
Britt is niet de enige die op dit moment worstelt met anorexia. Ggz-instellingen en ziekenhuizen in heel Nederland zien de afgelopen maanden een toename van het aantal kinderen en jongeren met eetstoornissen. In reactie op het verhaal van Britt en Wilma vertelt ook de moeder van de 23-jarige anorexiapatiënte Marloes ons over hun moeizame zoektocht naar zorg. Net als Britt klopte Marloes vorig jaar aan bij de huisarts. En net als bij Britt is er ook voor Marloes, 10 maanden na het eerste contact met de huisarts, nog steeds geen passende zorg. Inmiddels is duidelijk dat Marloes een klinische behandeling bij een ggz-instelling nodig heeft, vanwege de ernst van haar problematiek. Maar omdat er in de kliniek nog geen behandelplek vrij is, ligt ze nu in het ziekenhuis omdat haar situatie zo levensbedreigend is. De moeder van Marloes vraagt zich af wat er was gebeurd als ze in juni vorig jaar meteen bij het juiste ‘loket’ hadden gestaan. “Ze krijgt gewoon niet de juiste zorg nu. Als ze dat wel had gekregen, dan was ze waarschijnlijk niet zo ver in haar eetstoornis gezakt.”
Als wij het ervaringsverhaal van Marloes online zetten, komen we in contact met andere ouders en jongeren die zich in het verhaal herkennen. Een jongere die de afgelopen jaren worstelde met een eetstoornis, schrijft ons: “Mijn moeder klopte aan bij de huisarts, die mij doorverwees naar een kinderarts en een diëtist. Dat werkte niet, en het ging dus ook alleen maar slechter. Totdat mijn moeder aandrong op een doorverwijzing naar een kliniek gespecialiseerd in eetstoornissen. Daar heb ik uiteindelijk de juiste hulp gehad en kan ik nu zeggen dat ik het overwonnen heb. Maar terugkijkend vind ik dat de doorverwijzing naar de kliniek eigenlijk al direct bij het eerste consult bij de huisarts had moeten gebeuren.”
Deze patiënt vindt kortom dat haar ‘zorgtraject’ bij de huisarts een verkeerde wending heeft genomen. Een kleine toelichting, want: hoe zit de zorgketen eigenlijk in elkaar?
De eerste zorgverlener die je als anorexiapatiënt treft, is doorgaans de huisarts en daaraan gekoppeld de praktijkondersteuner (POH-GGZ) in de huisartsenpraktijk. De huisarts heeft een signalerende functie en kan jou doorverwijzen naar specialistische hulp binnen de ggz. En binnen de ggz zijn er dan verschillende vormen van zorg mogelijk voor jouw eetstoornis, zoals ambulante behandeling (zonder opname in een kliniek) en klinische behandeling (dan word je voor behandeling opgenomen in een ggz-instelling). En dan kan het dus ook nog gebeuren dat je als anorexiapatiënt vanwege bijvoorbeeld een te lage bloedsuikerspiegel of gevaarlijk laag gewicht op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis wordt opgenomen.
Veel verschillende schakels in een lange zorgketen dus. Waar gaat het goed in die zorgketen, en waar stokt het? Ben jij anorexiapatiënt of ouder van een patiënt, en wil je ons vertellen over je ervaring, neem dan contact met ons op.