Turks-Nederlandse opiniemakers en politici worden op sociale media bedreigd, geïntimideerd en verklikt zodra ze kritiek uiten op de islam of de Turkse overheid. En daar blijft het niet bij: sommigen worden op straat gevolgd, door de Turkse staat vastgehouden of durven familie in Turkije niet meer te bezoeken. Met als gevolg dat ze zich niet meer uitspreken. “Ja, ik doe aan zelfcensuur. Het kwam te dichtbij”, zegt Alptekin Akdogan, voormalig kandidaat-Kamerlid.
"Het was op de avond van de halve finale van de Champions League", begint Murat Memis, gemeenteraadslid in Eindhoven zijn verhaal. "We waren op vakantie in Turkije en gingen uit eten. Na een half uur kwam de ober en die vroeg: Wie van jullie is Murat? Kun je meekomen? Ik dacht dat er iets was met de bestelling. Eenmaal buiten stond er een man die mij een hand gaf en zei: 'Ik ben van de antiterreureenheid'. Ik schrok niet eens heel erg, ik was mentaal voorbereid. Ik houd er al jaren rekening mee. Ik heb alleen gevraagd: 'Mag ik mijn gezin even gedag zeggen?'"
Het is in Nederland lastig voor te stellen dat je wordt opgesloten vanwege berichten die je op sociale media hebt gezet waarin je je kritisch hebt uitgelaten over de regering. Maar het is precies wat Memis in Turkije overkwam. Vanwege een paar tweets die hij had geretweet wordt hij in 2019 aangehouden op verdenking van terrorisme. Agenten nemen hem mee en onderzoeken zijn spullen grondig. "Zelfs in de onderbroeken van mijn dochter en in de pampers gingen ze kijken. Ik wist toen: het is serieus, dit wordt heel erg. Die nacht sliep ik voor het eerst in een cel."
Maandenlang mocht hij Turkije niet verlaten, in afwachting van zijn rechtszaak. "Dat ik ben aangehouden in Turkije is niet zomaar. Ik geloof dat ik ben verklikt. Ik zie soms twitteraars die mij aangeven bij het ministerie of andere Turkse instanties. Toen ze mij aanhielden, lag er al een heel dossier, met allemaal informatie uit Nederland."
Vastgehouden
Het is niet de eerste keer dat een Turkse Nederlander wordt vastgehouden in het land. Sterker nog, op dit moment zitten bijna twintig Nederlanders van Turkse komaf vast in Turkije volgens het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vaak zijn ze verklikt door nationalistische Turkse Nederlanders die vinden dat de critici zich niet houden aan de officiële lijn van president Recep Tayyip Erdogan. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer en De Groene Amsterdammer. We belden als proef op de som zelf met de Turkse ambassade in Den Haag om zogenaamd iemand te verklikken, en spraken met vijftien Turks-Nederlandse publicisten, politici en opiniemakers die te maken hebben met intimidatie. Ook analyseerden we alle Nederlandstalige en Turkstalige Twitter-berichten met namen van twintig Turks-Nederlandse opiniemakers erin, waarin ook Turkse ambassades, consulaten of ministeries werden aangehaald. Uit de steekproef blijkt dat alleen al via Twitter het afgelopen jaar tenminste acht Turks-Nederlandse publicisten en opiniemakers zijn verklikt bij Turkse instanties.
Het is een mechanisme dat al heel lang bestaat, zegt onderzoeksjournalist en documentairemaker Sinan Can. "In de jaren tachtig en negentig bestond het al. Als je toen lelijk sprak over Turkije dan was er altijd iemand die de ambassade had gebeld en je naam had doorgegeven. Dan werd je op vakantie bij de douane lastiggevallen. Dat snitchen (klikken, red.) zit ingebakken. Nu heeft het een nieuwe vorm: sociale media."
Niet alleen sociale media blijken een rol te spelen in dat mechanisme, maar ook Nederlandse websites die zich richten op de Turkse gemeenschap. De pro-Erdogan sites zijn vaak het startpunt, waarna de online bedreigingen beginnen.
"Zodra een bericht over mij op een van die platformen verscheen, namen de bedreigingen toe. Het zijn aanjagers van intimidatie", vertelt Can. "Je ziet vaak dat er onder het artikel gereageerd wordt, met allemaal doodsverwensingen en noem maar op. Dat laat zo’n nieuwssite gewoon gaan, het is niet zo dat ze zeggen: he, wacht even, dit kan echt niet, dat verwijderen we. En die woede die zich dan daar min of meer aan het kanaliseren is, gaat zich dan op de persoon in het bericht richten. Want dan zoeken ze op of die persoon Twitter, LinkedIn, Instagram of Facebook heeft."
Patroon
In tegenstelling tot eerder onderzoek, waarbij trollen openlijk via Twitter mensen beledigen of intimideren, zien we in dit onderzoek dat de intimidatie zelden openbaar plaatsvindt. In een verzameling van 1.496.814 tweets aan Turks-Nederlandse prominenten, vinden we slechts een handjevol openlijke bedreigingen. Tijdens interviews horen we dat ook terug: de bedreigingen worden vooral via persoonlijke berichten naar de slachtoffers gestuurd. De onzichtbare haatmachine draait dus vooral op de achtergrond: uit het zicht van het publiek, stil en efficiënt.
Daarbij zien we steeds hetzelfde patroon. Een opiniemaker zegt iets dat niet strookt met de opvattingen van de partij van Turkse president Erdogan. Dat wordt opgepikt door websites als Turks.nl, DutchTurks.nl, Haber Arnhem, Son Haber, De Jonge Turken of Turksemedia.nl. En zodra die er aandacht aan besteden, begint de haatmachine te draaien. Eerst verschijnen er haatberichten onder het nieuws op Facebook. Daarna worden bedreigingen gestuurd via persoonlijke berichten.
"Zoon van een Nederlandse hoer ben je zeker, of niet?", leest Can als voorbeeld voor uit zijn persoonlijke berichten die hij heeft ontvangen. "Je moet neergestoken worden, terrorist!", "Ik hoop dat je neergestoken wordt door een held."
Een voorbeeld dat recent veel in de media is besproken, speelt rondom schrijfster Lale Gül, die in haar autobiografische debuutroman Ik ga leven vertelt over het Turks-conservatieve milieu waarin ze opgroeide. Als vervolgens Jonge Turken een bericht over haar schrijft en op Facebook publiceert (Met de tekst: "Ik denk dat ik Turkije niet meer binnenkom door mijn keuze"), verschijnen er al snel beledigende berichten onder. "Wat een kutwijf", "Hoer", "Halve gare", "Dit wilde je toch bereiken? Gefeliciteerd!"
Gül werd veelvuldig bedreigd in privéberichten en deed daar ook aangifte van. Een 19-jarige Brabander werd begin april aangehouden omdat hij haar via Instagram berichten had gestuurd met foto’s van vuurwapens. "Ik kreeg heel veel haatmail en bedreigingen. Het ging van: 'Ik weet waar je woont', tot: 'Ik vind je wel'. Dat maakte me wel angstig. Ik bleef thuis of ging vermomd naar buiten", vertelde Gül aan de NOS.
'De Turken blaffen'
Ook ondernemer en columnist Aylin Bilic kreeg veel haatberichten op zich afgevuurd toen het Turks-Nederlandse Platform Dergisi een artikel over haar publiceerde. Bilic schreef in NRC een column met de titel "De Turken blaffen, maar bijten zullen ze niet" over de Amerikaanse erkenning van de Armeense genocide. De kwestie ligt gevoelig omdat volgens Turkije er geen sprake is geweest van genocide toen het land tussen 1915 en 1917 christelijke Armeniërs deporteerde naar de Syrische woestijn en er honderdduizenden mensen om het leven kwamen. Turkije houdt vol dat het om een burgeroorlog ging. In het land is het daarom verboden om van een Armeense genocide te spreken.
Na de publicatie van Bilic suggereerde Platform Dergisi in een bericht dat zij zou zijn aangestuurd door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Op Facebook werd de columniste vervolgens voor van alles en nog wat uitgemaakt. Maar wat nog opmerkelijker was, was de tweet die de redactie van Dergisi over het artikel verstuurde.
In de tweet werden namelijk het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en een Turkse minister getagd. Waarmee de website min of meer de Turkse staat waarschuwt en zegt: let op deze persoon, houd haar in de gaten.
"Een vriendin zei tegen mij: je staat met naam en toenaam op een Turkstalige website. Ondertussen stroomden er al tientallen haatberichten binnen, vooral via Facebook", zegt Bilic. "Aanvankelijk schrok ik niet. Ik zie zoiets en denk: daar gaan we weer. Tot ik zag dat ze de Turkse ministeries hadden getagd. Dat is echt kwade opzet. Het is klikgedrag." Het leverde haar talloze bedreigingen op, "tot Centraal-Anatolië aan toe".
‘Niet het geloof of de staat beledigen’
"Ik geloof niet dat Bilic naar aanleiding van onze publicatie echt is bedreigd", reageert hoofdredacteur Ebubekir Turgut. "Ik ben tegen alle vormen van intimidaties, zeker aan het adres van schrijvers en journalisten, maar je kunt toch niet over een hele gemeenschap schrijven dat het honden zijn?" Volgens Turgut biedt zijn platform een podium aan Turkse Nederlanders met verschillende opvattingen. "Onze auteurs hebben de vrijheid om te schrijven wat ze willen, als ze maar niet het geloof of de staat beledigen." Over de "verkliktweet", die hij na een week liet verwijderen, zegt hij: "Denk je echt dat de Turkse staat ons daarvoor nodig heeft? Ze houden zelf alles bij."
Advocaat Ejder Köse heeft de kwestie besproken met de hoofdredacteur van Platform Dergisi. Hij is de juridisch adviseur van het magazine. "Ik ben erover gebeld, maar dat was niet iets spannends of zo. Ik geef ze graag adviezen over waar zij op moeten letten, hoe ze zaken moeten aanpakken en vrijheid van meningsuiting: hoe ver gaat dat en wat kunnen auteurs er wel en niet schrijven? Als ik als advocaat ergens naar wordt gevraagd dan kan ik er juridisch iets van vinden of niet, maar dat betekent niet dat ik er achter sta. Dit is gewoon mijn werk. Mijn schoorsteen moet ook blijven roken. Persoonlijk vind ik er niets van." Köse is niet alleen advocaat, hij is ook de huidige voorzitter van politieke partij DENK. Verder was hij tot 2016 lid van de Adviesraad Turken in het Buitenland (YTB), een prestigieuze functie bij een voor president Erdogan belangrijk departement. Toen Erdogans minister van familiezaken in 2017 werd opgepakt omdat ze in Nederland campagne kwam voeren, was Köse haar advocaat.
'Turkije-haters'
We vroegen de verschillende platformen naar hun invloed op de haatberichten, maar lang niet iedereen reageert. "We herkennen zeker dat uitspraken van bekende en soms mindere bekende personen leiden tot online reacties", zegt Chantal (ze noemt geen achternaam) van HaberArnhem.nl. De site, opgericht door DENK-gemeenteraadslid Talip Aydemir, kwam in 2018 nog in opspraak omdat het Turks-Nederlandse journalisten en opiniemakers bestempelde als 'Turkije-haters'. "Die online reacties zijn soms ook negatief, omdat lezers hun ongenoegen dan zo kenbaar maken vanwege allerlei redenen. We houden dit niet actief bij omdat we daar geen budget voor hebben." Op de vraag of de eigen berichtgeving van invloed is op de negatieve reacties gaat Chantal niet in.
Oprichter van DutchTurks is de voormalig Almelose lokale politicus Volkan Kaya. Op zijn site hield hij een poll waarin de vraag werd opgeworpen of publicist Ebru Umar vervolgd zou moeten worden in Turkije (65 procent van de lezers vond van wel) en werd ex-Kamerlid Zihni Özdil beschreven als “de Islamofobe endeldarm van GroenLinks”. Hiermee geconfronteerd zegt Kaya dat hij zich dat soort artikelen niet kan herinneren. Als hij ze opzoekt zegt hij: "Die kop had niet gehoeven. Ik denk dat mensen daar inderdaad aanstoot aan namen. Dat begrijp ik. Maar ja, de inhoud? Zihni is wel iemand die gedijt bij islamofobie."
Of hij zich verantwoordelijk voelt voor de stroom aan haat die in inboxen van zijn onderwerpen belandt? "Het moet wel knetteren en het moet wel schuren. We proberen op onze eigen website intimidatie te filteren en roepen mensen op tot inhoudelijke discussies. Maar online is er nou eenmaal een lynch-cultuur waar je gewoon geen grip op hebt."
'Let op haar'
"Let op haar, zij praat slecht over ons, ze praat slecht over Turkije. Doe er wat mee." Dat is wat het taggen in tweets van Turkse ministeries of de president betekent, volgens Alptekin Akdogan, voormalig kandidaat Kamerlid voor de PvdA. En dat heeft gevolgen. "We hebben verschillende voorbeelden gezien. Journalisten uit Duitsland werden opgepakt, journalisten uit Nederland die werden opgepakt en het land niet mochten verlaten."
Akdogan is inmiddels zelf nagenoeg opgehouden met tweeten over het land, nadat zijn ouders een telefoontje kregen. "Ik weet niet meer wat ik twitterde maar dat leidde tot heel veel ophef uit de gemeenschap. Toen kregen mijn ouders een telefoontje van iemand, we weten niet van wie, met het bericht: je zoon moet nu stoppen met twitteren anders doen we je zoon iets. Een regelrechte bedreiging om mij de mond te snoeren. Dat deed mij veel omdat het m’n familie raakte."
Het probleem is niet dat ze Turkije niet meer binnenkomen, het probleem zal eerder zijn: komen ze er weer uit?
Intimidatie zonder instructies
Turks-Nederlandse opiniemakers moeten inderdaad oppassen met wat ze zeggen over Erdogan, beaamt Erik-Jan Zürcher, emeritus hoogleraar Turkse talen en culturen. "Het probleem is niet dat ze Turkije niet meer binnenkomen, het probleem zal eerder zijn: komen ze er weer uit? Turkije gaat daar heel ver in."
Erdogan heeft de laatste 10 jaar vooral de nadruk gelegd op bedreiging uit het Westen, zegt Zürcher. En de Turks-Nederlandse opiniemakers en politici zijn hier opgegroeid, en dus onderdeel van het Westen. "Tegelijkertijd krijgt een grote groep Turken in Europa vanuit Ankara voortdurend de boodschap: het Westen heeft het op Turkije voorzien. En het enige wat dat kan tegenhouden is Erdogan en zijn regime. Hun boodschap: goede vaderlanders doen hun best om interne vijanden te ontmantelen, dat mag je van een goede vaderlander verwachten.” Met die “interne vijanden” doelt Turkije volgens Zürcher specifiek op kritische schrijvers, journalisten en politici met Turkse wortels. “Die landverraders in eigen kring zijn volgens de retoriek van Erdogan het ergst. Dat zijn degenen waaraan je echt wat moet doen."
Zo wordt er een voedingsbodem gecreëerd, zegt Zürcher. "Als je dat combineert met het feit dat veel jongere Turken in Nederland zich achtergesteld voelen en een soort identiteitscrisis hebben, dan gaan twee dingen samenvallen: persoonlijke onvrede (ik heb het gevoel dat ik hier in Nederland niet goed behandeld wordt, als tweederangs burger) en het verhaal van Erdogan (Turkije wordt door het Westen niet voor vol aangezien, miskend en slecht behandeld). Dat levert enorme herkenning op. Dat verhaal van Erdogan lijkt over henzelf te gaan."
De intimidatie functioneert grotendeels zonder instructies, meent Zürcher. "Ze doen het niet per se omdat ze het moeten, ze doen het omdat ze het willen. Kijk naar zo’n website als DutchTurks, daaraan zie je: er is bereidheid om zich te laten mobiliseren voor de Turkse zaak, zelfs als daar niets tegenover staat."
De mislukte staatsgreep in Turkije in 2016, waarna bijna 80.000 mensen zijn gearresteerd, heeft daarnaast een enorme behoefte binnen de Turkse gemeenschap veroorzaakt om te bepalen aan welke kant je staat, meent de hoogleraar. "De coup creëerde een urgentie om 'de vijand' opnieuw aan te wijzen."
Hokjes
"Zoals je hier zuilen had, heb je die daar nog steeds: mensen komen uit een bepaalde regio, zijn van een bepaalde stroming en denken daar zeer hokkerig over. Als je kritiek hebt op Erdogan, dan word je snel in een hokje geplaatst met terroristen, Armenen, Grieken en andere vijanden van Turkije", vertelt Akdogan. "Dat werd na de couppoging steeds heftiger, sindsdien staan mensen steeds feller tegenover elkaar en voelden zich echt aangevallen toen Erdogan werd aangevallen."
"Alles is daar ook gepolariseerd", reageert Can. "Al 100 jaar is dat zo. Als je vindt dat Koerden rechten moeten hebben, dan ben je een PKK-sympathisant. Als je vindt dat vrouwen met een hoofddoek naar de universiteit mogen gaan, dan ben je een islamist. Als je zegt dat het Ottomaanse Rijk ook wat goeds heeft dan ben je een Grijze Wolf. Ik had twintig labels in Turkije: ik was een fascist en een PKK’er en een islamist, een Grijze Wolf en wat nog meer."
Klikken
In 2016 riep het Turkse consulaat in Rotterdam op om mensen die Turkije of president Erdogan beledigen aan te geven. Klikken is nog steeds mogelijk. En alles behalve moeilijk. Als we zelf de Turkse ambassade bellen om zogenaamd iemand te verklikken, krijgen we te horen dat we het consulaat moeten bellen.
"Ik bel voor het volgende: er is iemand op Twitter die slechte, negatieve, dingen schrijft over mij en over Turkije. Kan ik hem bij jullie aangeven?" De ambtenaar van de ambassade hoeft geen ogenblik na te denken en antwoordt meteen: "Nee dat kan niet direct bij ons, maar wel bij het consulaat. Daar kunt u hem aangeven als u wil dat hij in Turkije als verdachte wordt aangemerkt."
Nederland telt naast de ambassade drie consulaten. Ook daar kijkt niemand op van ons verzoek. De consulair medewerker die wij aan de lijn krijgen, wil meteen driftig gaan registreren. Ze vraagt naar contactgegevens van de persoon die moet worden "aangemerkt als verdachte".
Even later bellen we met twittertrol Murat, een man van 45. Hij heeft recent historicus Zihni Özdil en journalist Fidan Ekiz verklikt door ze te taggen in berichten aan Turkse ministeries en de Turkse politie. Als we hem vragen waarom hij het doet, zegt hij onomwonden: "Omdat ze leugens verspreiden! Niet rechtvaardig zijn." De Schiedammer, die momenteel in Turkije woont, heeft als profielfoto op Twitter een Turkse militair met een automatisch wapen. Hij is boos over hoe er over Turken en Turkije wordt geschreven en wil anderen vooral "een spiegel voorhouden". Wat hij hoopt te bereiken? "Als ik ze aangeef, dan gaat dat in hun achterhoofd zitten, dan gaan ze rekening houden met: 'Als ik straks naar Turkije ga, dan moet ik opletten'."
Zelfcensuur
Het gemak waarmee iemand tot doelwit kan worden gemaakt voor de Turkse staat, zorgt ervoor dat vrijwel alle opiniemakers die we spreken niet meer naar Turkije gaan of zichzelf de mond snoeren om ervoor te zorgen dat ze niet in de problemen komen als ze het land bezoeken.
Dat blijkt ook uit de afzeggingen die we krijgen. Eén persoon trekt medewerking met dit onderzoek na uitgebreide gesprekken weer in vanwege een geplande vakantie naar Turkije. Ook een prominente Turkse Nederlander durft niet publiekelijk over de bedreigingen en het klikken te spreken "Ik probeer een dierbare in Turkije die ernstig ziek is te bezoeken en wil even geen doelwit zijn."
"Ik doe zeker aan zelfcensuur", geeft Bilic toe. "Kijk naar mijn columns… wat ik daar soms wil zeggen, zeg ik niet of omfloerst. Ik ben constant aan het balanceren." Sinan Can herkent dat. "Dat je bij sommige thema’s toch moet oppassen over hoe uitgesproken je bent, dat het gevolgen kan hebben. Niet voor jou, maar wel voor je familieleden die op vakantie gaan. Ik denk echt na over wat ik aan talkshowtafels zeg, daar praat ik niet zoals in de kroeg, terwijl ik dat wel zou willen. Ik mijd ook sommige thema’s." Hij is zelf al 5 jaar niet meer in Turkije geweest. "Dat hebben ze ook wel duidelijk gemaakt: jij krijgt problemen daar."
Akdogan praat nauwelijks meer op sociale media over Turkije. "Als ik het doe, dan denk ik heel zorgvuldig na over hoe dat moet. Als je vraagt is dit zelfcensuur, dan zeg ik ja. Het kwam te dichtbij." Memis is zijn opsluiting in Turkije ook niet in de koude kleren gaan zitten. Hij is stiller geworden online. "Vroeger sprak ik op sociale media graag over verschillende onderwerpen en bemoeide ik mij met veel. Nu let ik steeds op: is het het waard om de discussie aan te gaan?"