“De kamer was prachtig, in een goede buurt. We waren heel blij dat onze zoon op deze plek terecht kon.” Karen en Bart sturen ons een bericht over hun zoon die een kamer heeft in een huis voor beschermd wonen. Maar: het is totaal niet wat ze hadden verwacht. Te weinig personeel, nauwelijks begeleiding en soms is er zelfs niemand om te koken.
Beschermd wonen is voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen. Omdat ze psychische problemen hebben, een verslaving of om een andere reden kwetsbaar zijn. De zoon van Karen en Bart is 24 en heeft autisme. Simon kan niet op zichzelf wonen en woont nu met 3 andere jongens samen in een grote stad. Karen en Bart vertellen zijn verhaal anoniem omdat ze niet willen dat hij in de problemen komt. Een aantal feiten in het verhaal is veranderd, zodat hij niet te herleiden is.
Lange zoektocht naar juiste plek
De zoektocht naar een woonplek voor Simon waar 24 uur per dag bescherming was, moest met een lantaarntje, vertelt Karen, want de plekken zijn schaars. Na lang wachten kregen ze ineens telefoon en hadden ze één dag om te beslissen. “Normaal is er een overgangsperiode, maar hij moest meteen komen. Dat is best lastig voor iemand met autisme, maar we hebben het toch gedaan omdat de plek zo mooi was.”
Zeven nieuwe begeleiders, het eerste jaar
Al snel blijkt dat de instelling niet de zorg levert die ze belooft. “In het eerste jaar had Simon al zeven keer een nieuwe vaste begeleider gekregen, dat was echt een dráma. Om de 2 maanden moesten we weer op komen draven om opnieuw kennis te maken. Wij dachten echt: wat ís dit?” Nadat het een poos goed was gegaan, kreeg hij weer om de 5 maanden een andere begeleider. “Ze doen niks met hem, ze maken een plan maar er komt niets van terecht.” Het duurde heel lang voordat er een goede dagbesteding voor Simon was gevonden. “Nu gaat hij 2 of 3 keer in de week wat doen. Gamen, sporten en tekenen.”
Met de regelmaat van de klok: invallers
Er is vaak een tekort aan mensen op de afdeling, dan komen er invallers. “Dat is niet wat je verwacht van beschermd wonen. Soms is er geen invaller en dan moeten ze zelf koken.” De basis van beschermd wonen is het bieden van structuur, maar dat doet de instelling niet, vertelt Karen. “Soms bellen wij om twee uur 's middags en dan ligt hij nog in bed. En dan zeggen zij: ‘Als hij niet wil opstaan, kunnen wij hem niet dwingen.’”
Simon voetbalt nog in de stad waar zijn ouders wonen. Als hij gaat trainen en het eten valt uit bij de woongroep vraagt hij of hij bij zijn ouders mag eten. In het weekend is er sowieso geen begeleiding. “Dan zit Simon ook bij ons. Dus eigenlijk vangen wij hem 3 dagen per week op en 4 dagen zit hij daar.” Van constante begeleiding is geen sprake. “Er zit geen structuur in, het hangt van de begeleidende personen af wat er gebeurt in dat huis,” zegt Bart. Nu is het weer iets beter georganiseerd, hij heeft in ieder geval wat dagbesteding, maar zegt Bart: “Simon wordt wel een beetje aan zijn lot overgelaten, het is absoluut geen beschermd wonen meer.” Het is een droevig verhaal, vat hij kort samen.
Een eigen woning voor hun zoon
Karen en Bart zijn op zoek naar een andere plek voor beschermd wonen voor hun zoon. Dat is nog altijd even lastig. “Er zijn weinig plekken bij ons in de regio die kamers aanbieden met 24-uurs zorg voor mensen met autisme.” Hun zoon mag sowieso maar 3 tot 5 jaar op zijn huidige plek blijven en de instelling had hem een plek aangeboden in één van hun andere huizen. Maar daar wilde hun zoon niet heen. “Eén van de inwoners was een man van 70 die de hele dag zat te kwijlen en niet aanspreekbaar was,” zegt Karen. Dus is het stel zelf weer op zoek gegaan, bij een andere aanbieder. Ze hebben een complex gevonden waar hij een eigen woninkje kan krijgen en waar altijd iemand aanwezig is. Hij staat daar nu al een jaar op een wachtlijst.